1
|
Selecteer een bestand en druk op <Bewerk bestand> <Wijzig bestandsnaam>.
|
2
|
Voer een bestandsnaam in en druk op <OK>.
|
1
|
Selecteer een bestand en druk op <Weergave afbeelding>.
|
2
|
Druk nadat u de voorbeeldafbeelding hebt gecontroleerd, op <Terug>.
Druk op <Afdrukken> om het bestand af te drukken.
|
1
|
Selecteer een bestand en druk op <Details>.
|
2
|
Druk nadat u de gedetailleerde informatie hebt gecontroleerd, op <OK>.
|
1
|
Selecteer een bestand en druk op <Bewerk bestand> <Verwijderen>.
|
2
|
Druk op <Ja>.
|
1
|
Stel het origineel in. Originelen plaatsen
|
2
|
Druk op <Bewerk bestand> <Bestanden toevoegen (Scannen en opslaan)>.
|
3
|
Geef zo nodig de scaninstellingen op en druk op (Start).
Zie voor scaninstellingen Instellingenscherm en bewerkingen voor scannen om op te slaan.
|
1
|
Selecteer een bestand en druk op <Bewerk bestand> <Verplaatsen/Dupliceren>.
|
2
|
Selecteer een postvak en druk op <Verplaatsen> of <Dupliceren>.
Wanneer een bestand wordt gedupliceerd, blijft de bestandsnaam gelijk aan dat van het originele bestand.
|
1
|
Selecteer de bestanden die u wilt samenvoegen en druk op <Bewerk bestand> <Meerdere bestanden samenvoegen>.
De bestanden worden samengevoegd in de volgorde waarin u ze hebt geselecteerd.
|
2
|
Voer een bestandsnaam in.
Druk op <Bestandsnaam>, voer de naam in en druk op <OK>.
Als u niets opgeeft, worden de opgeslagen datum en tijd automatisch toegewezen als bestandsnaam. Als een bestand, bijvoorbeeld, wordt opgeslagen om 1:05:12 p.m. op 30 oktober 2015, wordt de naam "20151030130512".
|
3
|
Druk op <Start samenvoeg.>.
Alle afdrukinstellingen voor elk bestand worden geannuleerd, en alle instellingen die bij <Wijzig standaardinstellingen> zijn geregistreerd, worden toegepast op het nieuwe bestand. <Wijzig standaard instellingen>
|
1
|
Selecteer het bestand waarin u een ander bestand wilt invoegen en druk op <Bewerk bestand> <Pagina's invoegen>.
|
2
|
Geef het bestand dat u wilt invoegen, en de positie waar u het wilt invoegen, op en druk op <Volgende>.
Voer met de numerieke toetsen het paginanummer in waar u het bestand wilt invoegen.
|
3
|
Voer een bestandsnaam in.
Druk op <Bestandsnaam na invoegen>, voer de naam in en druk op <OK>.
Als u niets opgeeft, worden de opgeslagen datum en tijd automatisch toegewezen als bestandsnaam. Als een bestand, bijvoorbeeld, wordt opgeslagen om 1:05:12 p.m. op 30 oktober 2015, wordt de naam "20151030130512".
|
4
|
Controleer de paginavolgorde en druk op <Start invoegen>.
Alle afdrukinstellingen voor elk bestand worden geannuleerd, en alle instellingen die bij <Wijzig standaardinstellingen> zijn geregistreerd, worden toegepast op het nieuwe bestand. <Wijzig standaard instellingen>
|
1
|
Selecteer een bestand en druk op <Bewerk bestand> <Verwijder pagina>.
|
2
|
Geef te verwijderen pagina's op.
Om slechts één pagina te verwijderen, drukt u op <Enkele pagina> en voert u het overeenkomende paginanummer in.
Als u meerdere pagina's tegelijkertijd wilt verwijderen, drukt u op <Meerdere pagina's> <Eerste pagina> of <Laatste pagina> en geeft u de betreffende paginanummers op.
|
3
|
Druk op <Start verwijd.> <Ja>.
|