
Postvakkenlijst
Postvak met opgeslagen bestanden
Postvak zonder opgeslagen bestanden
Postvak met wachtwoorden ingesteld De postvakinstellingen opgeven
<Gebruikt>
<Boven>/b_D01040_C.gif)
Postvakinformatie
Bestanden die in de postbus zijn opgeslagen
) of aflopende (
) volgorde.
Totaal aantal bestanden en aantal geselecteerde bestanden
<Lijst afdrukken>
<Afdrukken>
<Verzenden>
<Bewerk bestand>
<Weergave afbeelding>
<Details>
<Alles selecteren (Max. 100 best.)>/<Wis selectie>
geen bestanden zijn geselecteerd, wordt <Alles selecteren (Max. 100 best.)> weergegeven. Als een of meer bestanden zijn geselecteerd, wordt <Wis selectie> weergegeven. Druk op <Alles selecteren (Max. 100 best.)> om tegelijkertijd maximaal 100 bestanden in het postvak te selecteren of op <Wis selectie> om de selectie ongedaan te maken.
Knop voor schakelen weergeven
1 | Selecteer een bestand en druk op <Bewerk bestand> <Wijzig bestandsnaam>. |
2 | Voer een bestandsnaam in en druk op <OK>. |

1 | Selecteer een bestand en druk op <Weergave afbeelding>. |
2 | Druk nadat u de voorbeeldafbeelding hebt gecontroleerd, op <Terug>. Druk op <Afdrukken> om het bestand af te drukken. |

1 | Selecteer een bestand en druk op <Details>. |
2 | Druk nadat u de gedetailleerde informatie hebt gecontroleerd, op <OK>. |

1 | Selecteer een bestand en druk op <Bewerk bestand> <Verwijderen>. |
2 | Druk op <Ja>. |

1 | Stel het origineel in. Originelen plaatsen |
2 | Druk op <Bewerk bestand> <Bestanden toevoegen (Scannen en opslaan)>. |
3 | Geef zo nodig de scaninstellingen op en druk op (Start).Zie voor scaninstellingen Instellingenscherm en bewerkingen voor scannen om op te slaan. |

1 | Selecteer een bestand en druk op <Bewerk bestand> <Verplaatsen/Dupliceren>. |
2 | Selecteer een postvak en druk op <Verplaatsen> of <Dupliceren>. Wanneer een bestand wordt gedupliceerd, blijft de bestandsnaam gelijk aan dat van het originele bestand. |

1 | Selecteer de bestanden die u wilt samenvoegen en druk op <Bewerk bestand> <Meerdere bestanden samenvoegen>.De bestanden worden samengevoegd in de volgorde waarin u ze hebt geselecteerd. |
2 | Voer een bestandsnaam in. Druk op <Bestandsnaam>, voer de naam in en druk op <OK>. ![]() Als u niets opgeeft, worden de opgeslagen datum en tijd automatisch toegewezen als bestandsnaam. Als een bestand, bijvoorbeeld, wordt opgeslagen om 1:05:12 p.m. op 30 oktober 2015, wordt de naam "20151030130512". |
3 | Druk op <Start samenvoeg.>. Alle afdrukinstellingen voor elk bestand worden geannuleerd, en alle instellingen die bij <Wijzig standaardinstellingen> zijn geregistreerd, worden toegepast op het nieuwe bestand. <Wijzig standaard instellingen> |

1 | Selecteer het bestand waarin u een ander bestand wilt invoegen en druk op <Bewerk bestand> <Pagina's invoegen>. |
2 | Geef het bestand dat u wilt invoegen, en de positie waar u het wilt invoegen, op en druk op <Volgende>. ![]() Voer met de numerieke toetsen het paginanummer in waar u het bestand wilt invoegen. |
3 | Voer een bestandsnaam in. Druk op <Bestandsnaam na invoegen>, voer de naam in en druk op <OK>. ![]() Als u niets opgeeft, worden de opgeslagen datum en tijd automatisch toegewezen als bestandsnaam. Als een bestand, bijvoorbeeld, wordt opgeslagen om 1:05:12 p.m. op 30 oktober 2015, wordt de naam "20151030130512". |
4 | Controleer de paginavolgorde en druk op <Start invoegen>. Alle afdrukinstellingen voor elk bestand worden geannuleerd, en alle instellingen die bij <Wijzig standaardinstellingen> zijn geregistreerd, worden toegepast op het nieuwe bestand. <Wijzig standaard instellingen> |

1 | Selecteer een bestand en druk op <Bewerk bestand> <Verwijder pagina>. |
2 | Geef te verwijderen pagina's op. ![]() Om slechts één pagina te verwijderen, drukt u op <Enkele pagina> en voert u het overeenkomende paginanummer in. Als u meerdere pagina's tegelijkertijd wilt verwijderen, drukt u op <Meerdere pagina's> <Eerste pagina> of <Laatste pagina> en geeft u de betreffende paginanummers op. |
3 | Druk op <Start verwijd.> <Ja>. |