[Gebruik van directe verbinding verbieden] | <Gebruik directe verbinding> en <Altijd ingesch. als SSID-/Netwerksleutel is opgegeven> zijn ingesteld op <Uit>. Het is niet mogelijk om de machine vanaf mobiele apparaten te bedienen. | |
[Gebruik van draadloos LAN verbieden] | Als <Selecteer interface> is ingesteld op <Draadloos LAN> of <BekabeldLAN Draadl. LAN> over naar <Bekabeld LAN>. Draadloze verbindingen kunnen niet langer tot stand worden gebracht via een draadloze LAN-router of toegangspunt. |
[Gebruik als USB-apparaat verbieden] | <Gebruik USB apparaat> is ingesteld op <Uit>. Het is niet mogelijk om via USB verbinding te maken met een computer. | |
[Gebruik als USB-opslagapparaat verbieden] | <Gebruik USB-opslagapp.> is ingesteld op <Uit>. Het is niet mogelijk om USB-opslagapparaten te gebruiken. |
[Handtekeningen voor SMB/WebDAV-serverfuncties altijd controleren] | Er zijn geen instellingen waarop het beveiligingsbeleid voor de machine is toegepast. | - |
[Servercertificaat altijd controleren bij gebruik van TLS] | De volgende instellingen zijn ingesteld op <Aan>, en een vinkje is toegevoegd aan <CN>. <Bevestig TLS-certificaat voor WebDAV UIT> <Bevestig TLS-certificaat voor FTPS TX> <Bevestig TLS-certificaat voor SMTP UIT> <Bevestig TLS-certificaat voor POP IN> <Bevestig TLS-certificaat voor netwerktoeg.> <Bevestig TLS-certificaat met MEAP-toepassing> <Bevestig TLS-certificaat voor LDAP-servertoegang> De volgende instellingen worden ingesteld op <Aan>. [Licentie/Overige] [Instellingen Visueel bericht] [Certifikaat voor TLS-communicatie bevestigen] [Licentie/Overige] [Instellingen Visueel bericht] [Voeg CN toe aan verificatie-items] Tijdens TLS-communicatie worden digitale certificaten en hun algemene namen geverifieerd. | |
[Ongecodeerde authenticatie voor serverfuncties verbieden] | <Gebruik FTP afdr.> in <Instellingen FTP afdruk> is ingesteld op <Uit>, <TLS (SMTP IN) toestaan> in <E-mail/I-fax instellingen> <Communicatie-instellingen> is ingesteld op <Altijd TLS>, <Authentificatiemethode voor Speciale poort> in <Netwerk> is ingesteld op <Modus 2>. Bij gebruik van de machine als een server zijn verificatie met niet-gecodeerde tekst en functies die verificatie met niet-gecodeerde tekst gebruiken, niet beschikbaar. | |
[Gebruik van SNMPv1 verbieden] | Bij <SNMP instellingen> is <SNMPv1 gebruiken> ingesteld op <Uit>. Het is niet mogelijk om SNMPv1 te gebruiken bij het ophalen van apparaatgegevens van de computer. |
Deze instelling geldt niet voor communicatie met IEEE 802.1X-netwerken, zelfs al is het selectievakje voor [Servercertificaat altijd controleren bij gebruik van TLS] geselecteerd. Als [Ongecodeerde authenticatie voor serverfuncties verbieden] is geselecteerd en de versie van uw apparaatbeheersoftware of stuurprogramma is verouderd, kunt u mogelijk geen verbinding maken met de machine. Zorg ervoor dat u over de nieuwste versies beschikt. |
[LPD-poort beperken (poortnummer: 515)] | <Instellingen LPD afdruk> is ingesteld op <Uit>. Het is niet mogelijk om af te drukken via LPD. | |
[RAW-poort beperken (poortnummer: 9100)] | <Instellingen RAW afdruk> is ingesteld op <Uit>. Het is niet mogelijk om af te drukken via RAW. | |
[FTP-poort beperken (poortnummer: 21)] | Bij <Instellingen FTP afdruk> is <Gebruik FTP afdr.> ingesteld op <Uit>. Het is niet mogelijk om af te drukken via FTP. | |
[WSD-poort beperken (poortnummer: 3702, 60000)] | Bij <WSD-instellingen> zijn de opties <WSD-afdrukken gebruiken>, <Gebruik WSD bladeren> en <WSD-scan gebruiken> allemaal ingesteld op <Uit>. Het is niet mogelijk om WSD-functies te gebruiken. | |
[BMLinkS-poort beperken (poortnummer: 1900)] | Er zijn geen instellingen waarop het beveiligingsbeleid voor de machine is toegepast. | - |
[IPP-poort beperken (poortnummer: 631)] | De opties <Instellingen IPP afdruk> en <Gebruik Mopria> zijn allemaal ingesteld op <Uit>. Het is niet mogelijk om af te drukken met IPP of Mopria®. | |
[Beperk de SMB-poort (Poortnummer: 139, 445)] | Er zijn geen instellingen waarop het beveiligingsbeleid voor de machine is toegepast. | - |
[SMTP-poort beperken (poortnummer: 25)] | In <E-mail/I-fax instellingen> <Communicatie-instellingen>, <SMTP RX> is ingesteld op <Uit>. Ontvangst via SMTP is niet mogelijk. | |
[Speciale poort beperken (poortnummer: 9002, 9006, 9007, 9011-9015, 9017-9019, 9022, 9023, 9025, 20317, 47545-47547)] | <Instellingen Speciale poort> is ingesteld op <Uit>. Het is niet mogelijk om speciale poorten te gebruiken. | |
[Remote Operator's Software-poort beperken (poortnummer: 5900)] | <Instellingen Bediening op afstand> is ingesteld op <Uit>. Het is niet mogelijk om externe bewerkingsfuncties te gebruiken. | |
[SIP-poort (IP-fax) beperken (poortnummer: 5004, 5005, 5060, 5061, 49152)] | Er zijn geen instellingen waarop het beveiligingsbeleid voor de machine is toegepast. | - |
[mDNS-poort beperken (poortnummer: 5353)] | Bij <mDNS-instellingen> zijn de opties <Gebruik IPv4 mDNS> en <Gebruik IPv6 mDNS> ingesteld op <Uit> en is <Gebruik Mopria> ingesteld op <Uit>. Het is niet mogelijk om het netwerk te doorzoeken of automatische instellingen met mDNS uit te voeren. Het is ook niet mogelijk om af te drukken met Mopria®. | |
[SLP-poort beperken (poortnummer: 427)] | Bij <Instellingen Multicast Discovery> is <Respons> ingesteld op <Uit>. Het is niet mogelijk om het netwerk te doorzoeken of automatische instellingen met SLP uit te voeren. | |
[SNMP-poort beperken (poortnummer: 161)] | Bij <SNMP instellingen> zijn de opties <SNMPv1 gebruiken> en <SNMPv3 gebruiken> ingesteld op <Uit>, en is <Toon Scan for Mobile> ingesteld op <Uit>. Het is niet mogelijk om met SNMP apparaatgegevens van de computer te halen of instellingen te configureren. |
[Gebruik van apparaat door gastgebruikers verbieden] | De volgende instellingen worden ingesteld op <Aan>. <Gebruikersbeheer> <Authentificatiebeheer> <Gebruik gebruikersveri.> <Beperk opdracht v.a extern app. znder gebruikersverif.> [Inloggen voor niet-geregistreerde gebruikers:] [Niet-geregistreerde gebruikers toestaan in te loggen als gastgebruiker] <Weergave-instel. aanm.scherm> is ingesteld op <Weergeven bij starten app.>. Het wordt [Standaard verificatiemodus] als [Gast-verificatiemodus] is ingesteld voor [Verificatiemodus:] in [UI-verificatie op afstand]. Tevens kan [Gast-verificatiemodus] niet langer worden geselecteerd voor [Verificatiemodus:] in [UI-verificatie op afstand]. Niet-geregistreerde gebruikers kunnen zich niet bij de machine aanmelden en afdrukopdrachten worden geannuleerd. | <Beperk opdracht v.a extern app. znder gebruikersverif.>ACCESS MANAGEMENT SYSTEM Administratorhandleiding |
[Instelling voor automatisch afmelden verplichten] | <Automatische resettijd> is ingeschakeld. De gebruiker wordt automatisch afgemeld als gedurende een bepaalde tijd geen bewerkingen zijn uitgevoerd. Selecteer [Tijd tot het uitloggen:] op het instellingenscherm van de Remote UI (UI op afstand). |
[Caching van wachtwoorden voor externe servers verbieden] | <Verificatiewachtwoord in cache verbieden> is ingesteld op <Aan> en <Verificatie-informatie opslaan voor aangemelde gebruikers> is ingesteld op <Uit>. Gebruikers moeten altijd een wachtwoord invoeren voor het gebruiken van een externe server. | |
[Toon waarschuwing bij gebruik standaardwachtwoord] | <Toon waarschuwing bij gebruik standaardwachtwoord> is ingesteld op <Aan>. Een waarschuwing wordt weergegeven wanneer het standaardwachtwoord van de fabrieksinstellingen op de machine wordt gebruikt. | |
[Gebruik van standaardwachtwoord voor externe toegang verbieden] | <Stdwachtwoord vr toegang op afstand toestaan> is ingesteld op <Uit>. Het is niet mogelijk om het standaardwachtwoord van de fabrieksinstellingen te gebruiken bij bediening van de machine vanaf een computer. |
[Stel het minimum aantal tekens voor het wachtwoord in] | <Min. lengte instellingen> is ingesteld op <Aan>. Het is niet mogelijk om een wachtwoord in te stellen met minder tekens dan het aantal dat is opgegeven voor [Minimumaantal tekens] op het instellingenscherm van de Remote UI (UI op afstand). | |
[Stel geldigheidsperiode van wachtwoord in] | <Instell. geldigh.periode> is ingesteld op <Aan>. Een geldigheidsduur wordt ingesteld voor het wachtwoord. Geef de periode op bij [Geldigh.periode:] op het instellingenscherm van de Remote UI (UI op afstand). | |
[Gebruik van 3 of meer identieke tekens na elkaar verbieden] | <Verbied gebr. 3 of meer id. opeenvolg. tekens verbod.> is ingesteld op <Aan>. Het is niet mogelijk om een wachtwoord in te stellen met een teken dat drie keer of vaker achter elkaar wordt herhaald. | |
[Gebruik van ten minste 1 hoofdletter verplichten] | <Gebruik minstens 1 hoofdletter> is ingesteld op <Aan>. Wachtwoorden moeten minstens één hoofdletter bevatten. | |
[Gebruik van ten minste 1 kleine letter verplichten] | <Gebruik minstens 1 kleine letter> is ingesteld op <Aan>. Wachtwoorden moeten minstens één kleine letter bevatten. | |
[Gebruik van ten minste 1 cijfer verplichten] | <Gebruik min. 1 cijfer> is ingesteld op <Aan>. Wachtwoorden moeten minstens één cijfer bevatten. | |
[Gebruik van ten minste 1 symbool verplichten] | <Gebruik minstens 1 symbool> is ingesteld op <Aan>. Wachtwoorden moeten minstens één symbool bevatten. |
[Vergr. inschak.] | Bij <Vergrendel.instell.> is <Vergr. inschak.> ingesteld op <Aan>. Geef de waarden op voor [Vergrendel.drempel] en [Vergrendel.periode] op het instellingenscherm van de Remote UI (UI op afstand). |
[Verbied gebruik van zwakke versleuteling] | <Verbied gebruik van zwakke versleuteling> is ingesteld op <Aan>. Het is niet mogelijk om zwakke versleuteling te gebruiken. Wanneer het selectievakje is geselecteerd, kan [Verbied gebr. sleutel/certif. met zwakke versleuteling] worden geselecteerd. | |
[Verbied gebr. sleutel/certif. met zwakke versleuteling] | Bij <Verbied gebruik van zwakke versleuteling> is <Verbied gebr. sleutel/certif. met zwakke versleuteling> ingesteld op <Aan>. Het is niet mogelijk om een sleutel of certificaat met zwakke versleuteling te gebruiken. | |
[TPM gebruiken om wachtwoord en sleutel op te slaan] | Er zijn geen instellingen waarop het beveiligingsbeleid voor de machine is toegepast. | - |
[Opslag van controlelog verplichten] | <Weergave opdrachtlog> is ingesteld op <Aan>, <Opdrachtlog ophalen van beheersoftware> in <Weergave opdrachtlog> is ingesteld op <Toestaan>, <Opslaan auditlogboek> is ingesteld op <Aan>, <Netwerkverificatielog ophalen> is ingesteld op <Aan> en <Gebruik aanm.naam als gebr.naam vr afdrukopdracht.> is ingesteld op <Aan>. Auditlogboeken worden altijd vastgelegd. | |
[SNTP-instellingen verplichten] | Bij <SNTP instellingen> is <Gebruik SNTP> ingesteld op <Aan>. Tijdssynchronisatie via SNTP is verplicht. Voer een waarde in voor [NTP-serveradres] op het instellingenscherm van de Remote UI (UI op afstand). |
[Direct afdrukken van ontvangen opdrachten verbieden] | De volgende instellingen worden ingesteld op <Aan>. <Fax geheugenslot> in Fax/I-Fax postbus <I-fax geheugenslot> in Fax/I-Fax postbus <Stel fax/I-fax postbus in> <Gebruik fax geheugenslot> <Stel fax/I-fax postbus in> <Gebruik I-fax geheugenslot> <Geforceerd in de wachtrij> <Behandeling bestanden met doorzendfouten> is ingesteld op <Opslaan/Afdrukken>. <Geheugenslot eindtijd> is ingesteld op <Uit>. Alleen <In w.rij als ged. opdr.> kan worden ingesteld voor de bewerkingscondities in <Geforceerd in de wachtrij>. Afdrukken gebeurt niet direct, zelfs niet als er afdrukbewerkingen worden uitgevoerd. |
[Alleen verzenden naar geregistreerde adressen toestaan] | In <Nieuwe bestemmingen beperken> zijn de opties <Fax>, <E-mail>, <I-fax> en <Bestand> ingesteld op <Aan>. Het is alleen mogelijk om naar bestemmingen te verzenden die zijn opgeslagen in het adresboek. | |
[Bevestiging van faxnummer verplichten] | <Bevestig ingevoerde faxnummer> is ingesteld op <Aan>. Gebruikers moeten wanneer ze een fax verzenden een faxnummer nogmaals ter bevestiging invoeren. | |
[Automatisch doorsturen verbieden] | <Gebruik doorzendinstellingen> is ingesteld op <Uit>. Het is niet mogelijk om faxen automatisch door te sturen. |
[Volledig verwijderen van gegevens verplichten] | Er zijn geen instellingen waarop het beveiligingsbeleid voor de machine is toegepast. | - |