Bestemmingen opgeven (Adresboek)

U kunt bestemmingen uit het adresboek opgeven door het adresboek op te roepen vanuit het scan- (Scannen en verzenden) of faxscherm van het bedieningspaneel.
U kunt ook bestemmingen opgeven die zijn geregistreerd in snelkiestoetsen door gewoon op geregistreerde knoppen te drukken.
BELANGRIJK
Als de weergave van het adresboek beperkt is, kunt u het adresboek en de snelkiestoetsen niet gebruiken om bestemmingen op te geven. Het adresboek instellen
N.B.
Het scherm Adresboek of het scherm met de snelkiestoetsen automatisch weergeven
U kunt instellingen configureren om aanvankelijk het scherm Adresboek of het scherm met de snelkiestoetsen weer te geven wanneer u op [Scannen en verzenden] of [Fax] drukt op het scherm [Home].
Scannen en verzenden [Standaardscherm]

Bestemmingen opgeven uit het adresboek

Om bestemmingen op te geven die zijn geregistreerd in een persoonlijke adreslijst of een adreslijst van een gebruikersgroep, moet u zich eerst aanmelden bij de machine. Adreslijsttypes/Inloggen op de machine
1
In het scan- of faxscherm drukt u op [Adresboek].
Het adresboek wordt opgeroepen.
Als [Adresboek] niet wordt weergegeven op het scanscherm, drukt u op [Aangeven bestemmingen].
2
Schakel de selectievakjes in van de bestemmingen die u wilt opgeven en druk op [OK].
De bestemmingen zijn opgegeven.
U kunt de bestemmingen die in de lijst worden weergegeven filteren door de index boven of onder aan het scherm te selecteren, [Zoeken op naam] of een adreslijst in het vervolgkeuzemenu van de adreslijst. Adresboekscherm
Om bestemmingen weer te geven die zijn geconfigureerd met een toegangsnummer, drukt u op [Toegangsnummer] en voert u het toegangsnummer in.
Wanneer u een extern adresboek gebruikt, drukt u op [Naar extern adresboek] of [Adresboek wijzigen] [Op afstand]. Bruikbare adresboeken
U kunt geen fax verzenden als in het faxscherm een groep is geselecteerd die een andere bestemming dan een faxbestemming bevat.
N.B.
Bestemmingstypes die kunnen worden opgegeven
In het scanscherm kunt u andere bestemmingen opgeven dan faxbestemmingen.
Afhankelijk van de instellingen van de machine kunt u mogelijk ook faxbestemmingen opgeven op het scanscherm. [Faxfunctie weergeven]
Op het faxscherm kunt u alleen fax- en groepsbestemmingen opgeven.

Bestemmingen opgeven met snelkiestoetsen

1
Geef de snelkiestoetsen weer.
Wanneer u het scanscherm gebruikt, drukt u op [Sneltoets].
* Als [Sneltoets] niet wordt weergegeven, drukt u op [Aangeven bestemmingen].
Deze stap is niet nodig als u het faxscherm gebruikt, omdat de sneltoetsen op het beginscherm worden weergegeven. Ga naar stap 2.
2
Selecteer de knoppen van de bestemmingen die u wilt opgeven.
De bestemmingen zijn opgegeven.
Wanneer u het scanscherm gebruikt, selecteert u de knoppen van de bestemmingen die u wilt opgeven en drukt u op [OK].
Driecijferige getallen (001 tot 200) worden aan snelkiestoetsen toegewezen. U kunt ook drukken op [] en een driecijferig getal invoeren om een knop te selecteren.
Om de snelkiestoetsen van een extern adresboek weer te geven, drukt u op [Naar extern adresboek]. Bruikbare adresboeken
* Als u de bestemmingsinformatie voor de snelkiestoetsen van een extern adresboek wilt bijwerken wanneer deze worden weergegeven, drukt u op [ Reset].
N.B.
Bestemmingstypes waarvoor snelkiestoetsen worden weergegeven
Op het scanscherm worden andere snelkiestoetsen weergegeven dan die voor faxbestemmingen.
Afhankelijk van de instellingen van de machine kunnen de snelkiestoetsen voor faxbestemmingen ook worden weergegeven op het scanscherm. [Faxfunctie weergeven]
Op het faxscherm worden alleen de snelkiestoetsen voor fax- en groepsbestemmingen weergegeven.
AR44-05C