[XPS]
Stel in hoe de machine de afdrukgegevens verwerkt wanneer bestanden in XPS-indeling worden afgedrukt.
* Waarden in rode tekst geven de standaardinstellingen voor elk item aan.
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Printer]

[Printerinstellingen]

[Aangepaste instellingen]

[XPS]
Selecteer [Aan] om de uitvoer uit te schakelen van pagina's waarvan is vastgesteld dat ze blanco zijn tijdens het afdrukken.
* Afhankelijk van de afdrukgegevens wordt mogelijk niet vastgesteld dat een pagina blanco is, ook al staat er niets op.
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Printer]

[Printerinstellingen]

[Aangepaste instellingen]

[XPS]
Configureer de instellingen om de kleur aan te passen op basis van de afdrukgegevens.
Als u wilt afdrukken met kleurtinten die zijn aangepast aan algemene documenten, zoals foto's en tekstdocumenten, selecteert u [Algemeen].
Als u wilt afdrukken met kleurtinten die zijn aangepast aan de bitmapafbeeldingen, zodat de afgedrukte kleuren overeenkomen met de kleuren die op het scherm worden weergegeven, selecteert u [Waarneming].
Als u het kleurverschil wilt minimaliseren wanneer RGB-gegevens worden geconverteerd naar CMYK-gegevens, selecteert u [Colorimetrisch].
Om af te drukken met kleurtinten die zijn aangepast om diepere en levendigere kleuren te produceren dan met [Algemeen], selecteert u [Vivid Photo].
Om een profiel te gebruiken dat naar de machine is gedownload, selecteert u [Download profiel]. Maximaal negen profielen kunnen worden opgeslagen.
[Algemeen], [Waarneming], [Colorimetrisch], [Vivid Photo], [Download profiel]
|
N.B.
Deze instelling wordt ook toegepast op de [Afstemmingsmethode]-instelling in de volgende items:
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Printer]

[Printerinstellingen]

[Aangepaste instellingen]

[XPS]
Configureer de instellingen om correcties voor kleurenfoto's uit te voeren.
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Printer]

[Printerinstellingen]

[Aangepaste instellingen]

[XPS]
Stel de afdrukmethode in die wordt gebruikt om halftonen te reproduceren (het middengebied tussen de lichtere en donkerdere gebieden van een afbeelding), afhankelijk van de inhoud van de afdrukgegevens.
U kunt de instellingen afzonderlijk configureren voor tekst, afbeeldingen (lijnen en figuren) en afbeeldingen (foto's).
Als u tekst met duidelijke en gedetailleerde contouren wilt afdrukken, selecteert u [Resolutie]. Deze instelling is geschikt voor het afdrukken van gegevens met tekst en fijne lijnen.
Als u gradaties en contouren vloeiend wilt afdrukken, selecteert u [Gradatie]. Deze instelling is geschikt voor het afdrukken van gegevens zoals figuren waarin gradaties worden gebruikt.
Als u fijne lijnen en kleine tekst met een hoge resolutie wilt afdrukken, selecteert u [Foutdiffusie]. Deze instelling is geschikt voor het afdrukken van gegevens zoals CAD-gegevens.
* Wanneer u [Foutdiffusie] selecteert, kunnen de fixatie van de toner en de stabiliteit van de textuur verminderd zijn.
[Tekst]
[Resolutie], [Gradatie], [Foutdiffusie]
[Afbeeldingen]
[Resolutie], [Gradatie], [Foutdiffusie]
[Afbeelding]
[Resolutie], [Gradatie], [Foutdiffusie]
|
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Printer]

[Printerinstellingen]

[Aangepaste instellingen]

[XPS]
Stel in of u zwarte of grijze gebieden wilt afdrukken, waarbij R=G=B in de RGB-gegevens, met alleen de zwarte (K) toner. U kunt de instellingen afzonderlijk configureren voor tekst, afbeeldingen (lijnen en figuren) en afbeeldingen (foto's).
Waneer u [Uit] selecteert, worden zwart en grijs afgedrukt met de vier CMYK-tonerkleuren.
[Tekst]
[Aan], [Uit]
[Afbeeldingen]
[Aan], [Uit]
[Afbeelding]
[Aan], [Uit]
|
[

Instellingen/Registratie]

[Functie-instellingen]

[Printer]

[Printerinstellingen]

[Aangepaste instellingen]

[XPS]
Stel de conversiemethode in voor wanneer u kleurgegevens in zwart-wit afdrukt. U kunt de instellingen afzonderlijk configureren voor tekst, afbeeldingen (lijnen en figuren) en afbeeldingen (foto's).
Als u zwart-wit wilt afdrukken met vloeiende gradaties waarbij rekening wordt gehouden met kleurverschillen, selecteert u [sRGB].
Als u zwart-witafdrukken wilt maken die lijken op NTSC-televisiebeelden, selecteert u [NTSC].
Als u zwart-witafdrukken wilt uitvoeren waarbij alle kleuren gelijke R-, G- en B-waarden hebben, afhankelijk van de helderheid, selecteert u [Geheel RGB].
* U kunt deze instelling configureren wanneer [Kleurmodus] is ingesteld op [Zwart-Wit].
[Kleurmodus]
[Tekst]
[sRGB], [NTSC], [Geheel RGB]
[Afbeeldingen]
[sRGB], [NTSC], [Geheel RGB]
[Afbeelding]
[sRGB], [NTSC], [Geheel RGB]
|