De Firewall instellen
Stel de pakketfiltering-Firewall in om onbevoegde toegang te vermijden.
In de eerste plaats moet u instellen of communicatie met andere apparaten wordt toegestaan of geblokkeerd. Daarna geeft u de IP-adressen of MAC-adressen op van apparaten die u als uitzonderingen wilt blokkeren of toestaan.
Voor het aantal adressen dat kan worden opgegeven en de protocollen waarvan de communicatie kan worden beperkt, raapleegt u de Firewall-specificaties.
Firewall |
Filteren van een MAC-adres is niet mogelijk als het apparaat is aangesloten op een draadloos LAN. Multicastadressen en broadcastadressen zijn niet beperkt, ook niet wanneer de instelling is gekozen om het verzenden van gegevens van het apparaat naar andere apparaten te blokkeren. |
IP-adresfiltering instellen
Stel IPv4-adresfiltering of IPv6-adresfiltering in, naargelang uw gebruiksomgeving.
Dit gedeelte beschrijft hoe u de instellingen configureert met behulp van Externe UI vanaf een computer.
Op het bedieningspaneel: selecteer [Menu] op het scherm [Start] en selecteer dan [Voorkeuren] om de instellingen te configureren. U kunt het bedieningspaneel echter uitsluitend gebruiken om het filter in of uit te schakelen.
[Firewallinstellingen]Beheerdersrechten zijn vereist. U moet het apparaat opnieuw starten om de instellingen toe te passen.
|
Als u een onjuist IP-adres instelt, hebt u niet langer toegang tot Externe UI. In dat geval moet u op het bedieningspaneel de firewallinstellingen uitschakelen en vervolgens met behulp van Externe UI het IP-adres weer instellen. |
1
Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de Externe UI.
Externe UI starten2
Klik op de Portal-pagina van de Externe UI op [Instellingen/registratie].
Portal-pagina van Externe UI3
Klik op [Netwerkinstellingen]
[Firewallinstellingen].
Het scherm [Firewallinstellingen] verschijnt.
4
Klik op [Bewerken] voor het verzend- of ontvangstfilter bij het IP-adres.
Om het verzenden van gegevens vanaf het apparaat naar andere apparaten te beperken, klikt u op [Bewerken] voor het verzendfilter.
Om het ontvangen van gegevens van andere apparaten te beperken, klikt u op [Bewerken] voor het ontvangstfilter.
5
Selecteer het selectievakje [Gebruik filter].
Het IP-adres is ingeschakeld.
6
In [Standaardbeleid] kiest u de primaire filterinstellingen.
Als een primaire filterinstelling moet u selecteren of communicatie met andere apparaten moet worden toegestaan of geblokkeerd.
7
Registreer [Uitzonderingsadressen].
In [Te registreren adres] voert u een IP-adres in en klikt u op [Toevoegen].
U kunt ook een reeks IP-adressen opgeven met behulp van een afbreekstreepje (-) of voorvoegsellengte.
Invoervoorbeeld:
Een IPv4-adres
192.168.0.10
Een IPv6-adres
fe80::10
Een reeks opgeven
192.168.0.10-192.168.0.20
192.168.0.32/27
fe80::1234/64
8
Klik op [OK].
9
Start het apparaat opnieuw op.
Start het apparaat opnieuw opDe instellingen worden toegepast.
MAC-adresfiltering instellen
Dit gedeelte beschrijft hoe u de instellingen configureert met behulp van Externe UI vanaf een computer.
Op het bedieningspaneel: selecteer [Menu] op het scherm [Start], en selecteer dan [Voorkeuren] om de instellingen te kiezen. Sommige instellingen kunt u niet kiezen met behulp van het bedieningspaneel.
[Firewallinstellingen]Beheerdersrechten zijn vereist. U moet het apparaat opnieuw opstarten om de instellingen toe te passen.
|
Als u een onjuist MAC-adres instelt, hebt u niet langer toegang tot de Externe UI. In dat geval moet u op het bedieningspaneel de firewallinstellingen uitschakelen, en vervolgens met behulp van Externe UI het MAC-adres weer instellen. |
1
Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de Externe UI.
Externe UI starten2
Klik op de Portal-pagina van de Externe UI op [Instellingen/registratie].
Portal-pagina van Externe UI3
Klik op [Netwerkinstellingen]
[Firewallinstellingen].
Het scherm [Firewallinstellingen] verschijnt.
4
Klik op [Bewerken] voor het verzend- of ontvangstfilter bij het MAC-adres.
Om het verzenden van gegevens vanaf het apparaat naar andere apparaten te beperken, klikt u op [Bewerken] voor het verzendfilter.
Om het ontvangen van gegevens van andere apparaten te beperken, klikt u op [Bewerken] voor het ontvangstfilter.
5
Selecteer het selectievakje [Gebruik filter].
Het MAC-adres is ingeschakeld.
6
In [Standaardbeleid] kiest u de primaire filterinstellingen.
Als een primaire filterinstelling moet u selecteren of communicatie met andere apparaten moet worden toegestaan of geblokkeerd.
7
Registreer [Uitzonderingsadressen].
In [Te registreren adres] voert u een MAC-adres in en klikt u op [Toevoegen].
Voer MAC-adressen in zonder scheiding met behulp van afbreekstreepje (-) of dubbele punt (:).
Invoervoorbeeld:
123A456B789C
8
Klik op [OK].
9
Start het apparaat opnieuw op.
Start het apparaat opnieuw opDe instellingen worden toegepast.