Afdrukken zijn vaag
Los de problemen op door onderstaande stappen te controleren:
Stap 1: Papier en tonercartridge controleren
Gebruikt u geschikt papier?
Schilfert de aangebrachte toner af bij sommige papiertypes of gebruiksomgevingen?
Als dat het geval is, kunt u het probleem misschien oplossen door [Fixatieverbetering] in te stellen op [Modus 1]. Als dat niet werkt, selecteer dan [Modus 2].
Scherm [Start] op het bedieningspaneel [Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking] [Fixatieverbetering] [Modus 1] of [Modus 2] |
* Als deze instelling is geactiveerd, kunnen er in niet-bedrukte gebieden zogenaamde spookbeelden verschijnen.
Is de tonercartridge aan het einde van de levensduur?
Onderdelen in de tonercartridge kunnen zijn verslechterd. Als dit symptoom optreedt, wordt aanbevolen de tonercartridge te vervangen, ongeacht hoeveel toner er nog in zit of welke meldingen er verschijnen.
De tonercartridge vervangen* Afhankelijk van de gebruiksconditie van het apparaat kan de feitelijke hoeveelheid resterende toner minder zijn dan is aangegeven of kunnen de onderdelen slechter worden.
Stap 2: de gebruiksomgeving van het apparaat controleren
Bevindt het apparaat zich op een locatie met een sterke luchtstroom, zoals van een airconditioner?
Dan moet u richting en volume van de luchtstroom aanpassen.
Mocht dat niet helpen: als u [Invoermethode papier schakelen] instelt op [Prioriteit afdrukzijde] wordt het probleem misschien kleiner.
[Start] op het bedieningspaneel [Menu] [Functie-instellingen] [Algemeen] [Instellingen papierinvoer] [Invoermethode papier schakelen] selecteer de papierbron [Prioriteit afdrukzijde] |
* Als u [Prioriteit afdrukzijde] kiest, wordt de afdruksnelheid voor enkelzijdig afdrukken lager.
Gebruikt u het apparaat in een omgeving met plotselinge temperatuurveranderingen?
Plotselinge temperatuurveranderingen kunnen leiden tot condens, en dat kan leiden tot fletse of vage afbeeldingen en tekst. Als u het apparaat in deze omstandigheden blijft gebruiken, kan dit leiden tot papierstoringen, afdrukdefecten, fouten of andere problemen. Laat het apparaat minimaal 2 uur ongebruikt in de ruimte staan om geleidelijk te wennen aan de omgevingstemperatuur en de luchtvochtigheid.
Stap 3: De speciale verwerkingsinstelling controleren
Is [Speciale verwerking] ingeschakeld?
Zo ja, als u [Speciale verwerking] hieronder instelt op [Uit], wordt het probleem misschien kleiner.
[Modus Plakkende enveloppen verminderen]
Scherm [Start] op het bedieningspaneel [Menu] [Aanpassing/onderhoud] [Beeldkwaliteit aanpassen] [Speciale verwerking] |