Basisbediening van het aanraakscherm

Ook al zijn de functies en instellingen anders, de bediening van de knoppen op het scherm en de procedure om items te selecteren zijn dezelfde. In dit gedeelte wordt de bediening beschreven van knoppen die vaak worden weergegeven op het scherm, evenals hoe u items moet selecteren.
Een knop selecteren
Wanneer u op een knop drukt, kan de kleur van de knop veranderen of wordt een vinkje toegevoegd om aan te geven dat die is geselecteerd.
Druk op de functie-instellingenknop om de instellingenstatus bovenaan de knop weer te geven, en dan verandert de kleur van het onderste gedeelte.
Druk op een knop rechtsonder waarin zich bevindt om het instellingenscherm weer te geven. Wanneer de instelling is gewijzigd, wordt de instellingenstatus bovenaan de knop weergegeven en verandert de kleur van het onderste gedeelte.
Wanneer een knop in een lichtere kleur wordt weergegeven, kunt u die knop niet selecteren. Dergelijke weergaven verschijnen vanwege de aanmeldingsstatus of omdat de samenhangende functie niet kan worden gebruikt vanwege de instelling van een andere functie.
Een item uit de vervolgkeuzelijst selecteren
Druk op een knop rechts waarin zich bevindt om de vervolgkeuzelijst weer te geven. Druk op het item in de lijst om het te selecteren.
Een waarde verhogen of verlagen
Druk op de knoppen <-> of <+> om waarden te verlagen of te verhogen, zoals bij het aanpassen van de densiteit. Telkens wanneer u op de knop drukt, verschuift de schuifregelaar () om de numerieke waarde te verhogen of te verlagen. Als u de knop ingedrukt houdt, wijzigt u de waarde sneller.
Instellingen toepassen/annuleren
Druk op <OK> om instellingen toe te passen, en op <Annuleer inst.> om de wijzigingen te negeren en de eerdere instellingen te herstellen.
Daarnaast worden knoppen weergegeven zoals <Annuleren> waarmee de instelling kan worden geannuleerd en u weer terugkeert naar het vorige scherm, <Volgende> waarmee de instelling wordt toegepast om verder te gaan naar het volgende scherm, <Terug> waarmee u teruggaat naar het vorige instellingenscherm en <Sluiten> waarmee een geopend scherm wordt afgesloten.
Schakelen tussen pagina's
Wanneer een lijst op twee pagina's of meer wordt weergegeven, drukt u op / of / om naar de andere pagina te gaan. Druk op om naar de eerste pagina te springen, en op om naar de laatste pagina te springen.
De weergavevolgorde in de lijst wijzigen
Wanneer er meerdere opdrachten/bestanden in een lijst staan, kunt u op <Naam> of <Datum/Tijd> drukken om de lijst met items te sorteren. Wanneer wordt weergegeven, worden items in oplopende volgorde weergegeven en wanneer wordt weergegeven, worden items in aflopende volgorde weergegeven.
De sorteercondities zijn afhankelijk van de functie die u gebruikt.
Als u zich aanmeldt met persoonlijke-verificatiebeheer, wordt de laatst gebruikte sorteerconditie bewaard. Lijst met items die kunnen worden gepersonaliseerd
TIPS
De functiegids bekijken
Druk op <Cursus> om een scherm weer te geven waarop wordt aangegeven wat u kunt doen met de functies van de machine en waarop tips staan voor het kopiëren, scannen, enz. Bekijk dit scherm wanneer u meer informatie wilt over welke functies beschikbaar zijn en hoe u ze moet gebruiken.
Voorbeeld: zelfstudie voor kopieerfuncties
Wanneer u een item uit de lijst selecteert, verschijnt het zelfstudiescherm.
Gebruik van de helpfunctie
Afhankelijk van de functie die wordt weergegeven, wordt soms rechtsboven in het scherm weergegeven. Druk op om de beschrijving en bedieningswijze van de functie te controleren.
Druk op <Einde> om terug te gaan naar het vorige scherm.
Doe het op dezelfde manier als op een smartphone (vegen/knijpen/slepen en neerzetten)
Op sommige schermen kunt u tussen pagina's schakelen of bladeren door met uw vingers op en neer of van links naar rechts over het scherm te schuiven, zoals u dat op een smartphone zou doen.
U kunt ook in- en uitzoomen op het scherm door twee vingers op het scherm van elkaar af of naar elkaar toe te schuiven. U kunt het vergrote scherm met uw vinger verslepen. De schermweergave en de bewerkingscondities aanpassen
Als <Schakel schermvergroting in> is ingesteld op <Aan>, wordt in- en uitgezoomd op het volledige scherm tijdens het uitvoeren van knijpbewerkingen op het voorbeeldscherm. Als <Schakel schermvergroting in> is ingesteld op <Uit>, wordt alleen in- en uitgezoomd op de voorbeeldafbeelding.
Voorbeeldscherm
Voorbeeldscherm
Als <Schakel schermvergroting in> is ingesteld op <Aan>

of
Als <Schakel schermvergroting in> is ingesteld op <Uit>
U kunt de bewerkingen vegen en knijpen ook uitschakelen. <Vegen/knijpenfunctie gebruiken>
Op schermen met verplaatsbare knoppen kunt u de knoppen slepen en neerzetten om deze te verplaatsen.
7W6J-05C