<Licentie/Overige>
U kunt licenties opslaan en de instellingen configureren voor de software en systeemopties die beschikbaar zijn op de machine.
<Registreer licentie>
(Inst./Registrern)
<Beheerinstellingen>
<Licentie/Overige>
Voer de licentiesleutel in voor een systeemoptie die op de machine kan worden gebruikt.
Optionele producten voor het systeem installeren<Systeeminformatie afdrukken>
(Inst./Registrern)
<Beheerinstellingen>
<Licentie/Overige>
<AddOn-instellingen>
U kunt een rapport afdrukken met informatie over de toepassingen en sommige systeemtoepassingen die op de machine zijn geïnstalleerd.
Een lijst met instellingen afdrukken<Gebruik TLS>
(Inst./Registrern)
<Beheerinstellingen>
<Licentie/Overige>
<AddOn-instellingen>
Geef aan of TLS-communicatie moet worden gebruikt bij gebruik van een AddOn-toepassing voor toegang tot de machine via een webbrowser.
|
Wijzigingen in instellingen zijn van kracht nadat <Gew. inst. toep.> is uitgevoerd. |
<Bevestig TLS-certificaat met AddOn-toepassing>
(Inst./Registrern)
<Beheerinstellingen>
<Licentie/Overige>
<AddOn-instellingen>
Geef aan of TLS-servercertificaten en hun algemene namen (CN) moeten worden gecontroleerd wanneer TLS-communicatie voor een AddOn-toepassing wordt gebruikt.
<Gebruik DNS in cache>
(Inst./Registrern)
<Beheerinstellingen>
<Licentie/Overige>
<AddOn-instellingen>
Geef aan of DNS-informatie van succesvolle zoekopdrachten opgeslagen moet worden via een AddOn-toepassing naar het geheugen. U kunt ook een verloopdatum instellen als u ervoor kiest informatie tijdelijk op te slaan.
<Gebr. proxy-instel. v dit app.>
(Inst./Registrern)
<Beheerinstellingen>
<Licentie/Overige>
<AddOn-instellingen>
Selecteer of u de proxy-instellingen van de machine wilt gebruiken met AddOn-toepassingen.
Een proxy instellen<Voeg X-FRAME-OPTIONS toe aan HTTP-koptekst>
(Inst./Registrern)
<Beheerinstellingen>
<Licentie/Overige>
<AddOn-instellingen>
Wanneer de HTTP-server een antwoord retourneert, voegt het X-FRAME-OPTIONS aan de kop toe om te voorkomen dat inhoud die door andere servers is gemaakt, elkaar overlapt.
<Instellingen UI op afstand>
(Inst./Registrern)
<Beheerinstellingen>
<Licentie/Overige>
Geef aan of de Remote UI (UI op afstand) moet worden gebruikt om de machine te bedienen en instellingen te wijzigen.
|
Wijzigingen in instellingen zijn van kracht nadat <Gew. inst. toep.> is uitgevoerd. |
<Verwijder inhoud prikbord>
(Inst./Registrern)
<Beheerinstellingen>
<Licentie/Overige>
Selecteer dit om berichten van de beheerder op het bedieningspaneel te verwijderen.
|
Wanneer <OK> wordt weergegeven op een prikbord, drukt u op <OK> om de machine te bedienen. Als u een prikbord wilt wissen zonder dat <OK> wordt weergegeven, moet u de Remote UI (UI op afstand) gebruiken.
|
<Instellingen Bediening op afstand>
(Inst./Registrern)
<Beheerinstellingen>
<Licentie/Overige>
Geef aan of de functie Bediening op afstand moet worden ingeschakeld. Met deze functie kunt u instellingen opgeven en opdrachten verwerken via een pc door het scherm van het aanraakscherm te laten weergeven op het scherm van de computer.
|
Wanneer bewerkingen op afstand worden uitgevoerd, kunnen de volgende instellingen niet worden gewijzigd of uitgevoerd. |
<Gebruik ACCESS MANAGEMENT SYSTEM>
(Inst./Registrern)
<Beheerinstellingen>
<Licentie/Overige>
Geef aan of ACCESS MANAGEMENT SYSTEM moet worden gebruikt.
ACCESS MANAGEMENT SYSTEM gebruiken |
Wijzigingen in instellingen zijn van kracht nadat <Gew. inst. toep.> is uitgevoerd. |
<Registreer/Update software>
(Inst./Registrern)
<Beheerinstellingen>
<Licentie/Overige>
U kunt systeemopties/AddOn-toepassingen op de machine installeren.
Optionele producten voor het systeem installeren<Installatiegids starten>
(Inst./Registrern)
<Beheerinstellingen>
<Licentie/Overige>
U kunt de instructies van de wizard volgen om de begininstellingen van de machine te configureren.
Installatie met de installatiegids<Gebruik van afdrukfunctie van mobiel toestaan>
(Inst./Registrern)
<Beheerinstellingen>
<Licentie/Overige>
Als dit is ingesteld op <Aan>, kunt u bewerkingen uitvoeren vanaf een mobiel apparaat voor documenten die zijn opgeslagen in <Afdrukken>.