Scaninstellingen
Als u scant met het apparaat, kunt u op het tabblad [Verzendinstellingen] van het scanscherm het formaat van het origineel instellen en ook de beeldkwaliteit.
Als de gescande gegevens er niet uitzien zoals verwacht, kunt u de instellingen veranderen en nogmaals scannen.
* Om het scannen te starten, selecteert u de scankleurstand (zwart-wit of kleur) door op [Start Z-W] of [Start Kleur] te drukken.
* Om gescande gegevens op een computer op te slaan, kiest u de instellingen met behulp van het op de computer geïnstalleerde MF Scan Utility of ScanGear MF. U kunt de instellingen niet configureren met behulp van het bedieningspaneel.
|
Favoriete instellingen registrerenEerdere instellingen oproepen; Opdrachtlogboek voor Verzenden* Opdrachtlogboek voor Verzenden is niet beschikbaar als u gescande gegevens opslaat op een USB-geheugenapparaat. |
Formaat en oriëntatie van het origineel instellen
Stel formaat en oriëntatie van het te scannen origineel in.
[Scanformaat]
Selecteer het formaat van het te scannen origineel.
Aangepast formaat instellen
Selecteer [Gebruikersformaat opgeven], voer de afmetingen in bij [X] en [Y], en druk op [Toepassen].
Als veelgebruikte niet-standaard formaten zijn geregistreerd, kunt u deze oproepen door op [S1] tot en met [S3] te drukken.
Een afwijkend formaat registreren
Volg onderstaande procedure om formaten te registreren als u vaak te maken hebt met originelen van afwijkend formaat. U kunt het formaat oproepen op het formaat-invoerscherm, zodat u niet iedere keer het formaat hoeft in te voeren.
U kunt maximaal drie afwijkende formaten invoeren.
[Gebruikersformaat opgeven]  [Registreer formaat]  selecteer [S1] tot en met [S3]  voer het formaat in bij [X] en [Y]  [Toepassen] |
Druk op het formaatinvoerscherm op [Naam] om de schermnaam van [S1] tot en met [S3] te veranderen.
[Stand origineel]
Selecteer [Staand] of [Liggend] zoals passend bij het geplaatste origineel.
Beeldkwaliteit aanpassen
U kunt de beeldkwaliteit instellen, bijvoorbeeld als het gescande beeld niet helder is of als de tekst moeilijk leesbaar is.
[Densiteit]
Pas de dichtheid aan zoals passend bij het origineel.
Druk op [+] voor een hogere dichtheid en op [-] voor een lagere dichtheid.
[Type origineel]
Selecteer het type origineel.
Het scannen gebeurt met de beeldkwaliteit die past bij de inhoud van het origineel.
[Scherpte] Pas de scherpte aan. Geef meer nadruk aan de contouren en lijnen om ze helderder te maken, of minder nadruk om ze zachter te maken. |
Instelvoorbeeld: Om vage tekst of vormen helderder te maken Druk op [+]. |
Om moirépatronen (verticaal-patroonruis) in afbeeldingen te verminderen Druk op [-]. |
|
Als de gescande gegevens bestandsindeling JPEG hebben |
Instellingen voor dubbelzijdig scannen
Bij het scannen van een dubbelzijdig origineel plaatst u het origineel in de invoer, en stelt u [2-zijdig origineel] in.
[2-zijdig origineel]
Bij het scannen van een dubbelzijdig origineel selecteert u [Type boek] of [Type kalender]. Maak uw keuze voor de oriëntatie boven en onder van de voor- en achterkanten van het geplaatste origineel.
[Type boek] | | [Type kalender] |
| | |
Boven- en onderkant hebben dezelfde oriëntatie | | Boven- en onderkant hebben tegenovergestelde oriëntatie |
Om het scannen van een dubbelzijdig origineel te annuleren, selecteert u [Uit].
Voorbeeld instellen
Als u vóór het verzenden of opslaan van de gescande gegevens een voorbeeld wilt zien, schakel dan [Voorbeeld] in.
* Deze instelling is niet beschikbaar als u de gescande gegevens opslaat op een USB-geheugenapparaat.
[Voorbeeld]
Als u vóór het verzenden of opslaan van de gescande gegevens een voorbeeld wilt zien, selecteer dan [Aan].
Na het scannen kunt u op het bedieningspaneel een voorbeeld van de gescande gegevens bekijken. Pagina's die u niet wilt verzenden of opslaan, kunt u verwijderen.
Lege pagina's overslaan
Schakel [Leeg orig. oversl.] in om lege pagina's van het origineel automatisch over te slaan.
* Deze instelling is niet beschikbaar als u gescande gegevens verzendt met behulp van I-Fax.
[Leeg orig. oversl.]
Om pagina's te verwijderen die bij het scannen leeg zijn bevonden, selecteert u [Aan].
Als zowel [Aan (voorbeeld)] en [Aan (geen voorbeeld)] verschijnen, selecteer dan of u vóór het verzenden of opslaan van de gescande gegevens een voorbeeld wilt zien.
* Als [Leeg orig. oversl.] is ingesteld op [Aan], wordt het scannen geannuleerd als alle gescande pagina’s leeg zijn.
[Herk.niveau aanp.]
Stel de nauwkeurigheid in voor de criteria of een pagina leeg is of niet.
Met behulp van [+] verhoogt u het gevoeligheidsniveau om te bepalen of een pagina leeg is.
Bestand / divisie instellen
Stel indeling en bestandsnaam van de gescande gegevens in.
U kunt gegevens comprimeren en tekstherkenning in een origineel inschakelen. U kunt ook meerdere originelen combineren tot één bestand of afzonderlijke bestanden voor ieder origineel aanmaken.
* De instelling voor de indeling van de gescande gegevens is niet beschikbaar als u gescande gegevens verzendt met behulp van I-Fax. De gescande gegevens worden verzonden in TIFF-indeling.
|
Als u een PDF-bestand wilt voorzien van versleuteling of een digitale handtekening, moet u de optionele Send PDF Security Feature Set gebruiken. Systeemopties |
[Bestandsindeling]
Selecteer de indeling voor de gescande gegevens (PDF, JPEG, of TIFF) volgens uw doel en omgeving.
De gegevensgrootte verlagen
Bij gebruik van PDF-indeling
Selecteer [PDF (Compact)] of [PDF (Compact/OCR)].
De gegevensgrootte is verlaagd, maar de beeldkwaliteit en het aantal bladen dat u per keer kunt scannen, zijn bij sommige origineeltypen ook lager.
Bij gebruik van JPEG-indeling
Selecteer [JPEG], en stel [Bestandsgrootte] in op [Klein: Geheugenprioriteit].
Tekstherkenning in een origineel inschakelen
Selecteer [PDF (OCR)] of [PDF (Compact/OCR)].
Standaard wordt [Stand origineel] gedetecteerd volgens de tekstoriëntatie die wordt gedetecteerd als de PDF wordt aangemaakt.
[OCR-instellingen (doorzoekbare tekst)]Meerdere originelen combineren tot één bestand
Selecteer PDF- of TIFF-indeling.
Het origineel opdelen in afzonderlijke bestanden
Bij gebruik van PDF-indeling
Selecteer [PDF-details instellen]

selecteer PDF-indeling

druk op [Splitsen in pagina's]

[Aan].
Bij gebruik van TIFF-indeling
Druk op [TIFF-details instellen]

[Splitsen in pagina's]

[Aan].
Bij gebruik van JPEG-indeling
Selecteer [JPEG].
Beveiliging van PDF's verhogen
U kunt de beveiliging van een PDF-bestand verhogen door een wachtwoord voor het versleutelen van het bestand in te stellen en een digitale handtekening toe te voegen. U kunt hetzelfde bestand versleutelen en voorzien van een digitale handtekening.
* Om een digitale handtekening toe te voegen, moet u sleutel en certificaat voor de apparaathandtekening aanmaken.
Voorbereidingen treffen om een digitale handtekening aan een PDF-bestand toe te voegenBij het versleutelen van het bestand
Selecteer [PDF-details instellen]

selecteer PDF-indeling

[Encryptie]

selecteer versleutelingsniveau

voer een wachtwoord in, druk op [Toepassen]

bevestig het wachtwoord, en druk op [Toepassen].
* Als u het versleutelingsniveau instelt op [Acrobat 9.0 of equivalent/256-bits AES] in plaats van op [Acrobat 10.0 of equivalent/256-bits AES], moet u afzonderlijke instellingen kiezen.
[Inst. 256-bits AES (PDF + encr.)] Bij het toevoegen van een digitale handtekening
Selecteer [PDF-details instellen]

selecteer PDF-indeling

druk op [Digitale handtekeningen]

[Linksboven].
[Bestandsgrootte]
Selecteer de gegevensgrootte bij gebruik van JPEG-indeling voor de gescande gegevens. De compressieverhouding varieert met de geselecteerde gegevensgrootte.
[Klein: Geheugenprioriteit]
Vergroot de compressieverhouding maar verkleint de beeldkwaliteit.
[Groot: Prioriteit beeldkwaliteit]
Verkleint de compressieverhouding maar vergroot de beeldkwaliteit.
[Bestandsnaam]
Geef een tekenreeks op om aan het begin van de bestandsnaam van de gescande gegevens toe te voegen.
E-mail- en I-Faxinstellingen
U kunt de e-mailinstellingen configureren als u gescande gegevens verzendt met e-mail of I-Fax.
[Onderwerp/bericht]
Bepaal onderwerp en tekst van de e-mail.
[Antwoord aan]Selecteer een e-mailadres (Beantwoorden aan) uit het adresboek dat de ontvangers kunnen gebruiken als ze willen reageren.
Als u hier geen e-mailadres selecteert, wordt het e-mailadres van het apparaat gebruikt als het e-mailadres voor reacties.
* Als het door u gewenste e-mailadres niet is geregistreerd in het adresboek, registreer het dan en selecteer het.
Adresboekfunctie [Prioriteit]
Selecteer een prioriteitsniveau.
|
Verzender van de e-mailHet e-mailadres van het apparaat wordt het e-mailadres van de verzender (Van), los van de instelling [Antwoord aan]. Als u bij het e-mailadres van het apparaat ook de naam van de verzender wilt meesturen, stel dan de naam van de eenheid in met de volgende procedure. Log in bij de Externe UI  [Instellingen/registratie]  [TX-instellingen]  [Verzend- en scaninstellingen]  [Bewerken] onder [Instellingen apparaatnaam]  voer de naam van de eenheid in  [OK]. |
Op het bedieningspaneel: selecteer [Menu] op het scherm [Start], en selecteer dan [Functie-instellingen] om de instellingen te configureren. [Apparaatnaam registreren]De verzender van de e-mail is de instelling die met het apparaat wordt gedeeld. |