Meerdere multifunctionele Canon-machines gebruiken met dezelfde instellingen (gepersonaliseerde gegevens synchroniseren)
U kunt persoonlijke gegevens van meerdere multifunctionele Canon-machines in een netwerk synchroniseren. Hierdoor kan de aangemelde gebruiker naadloos dezelfde instellingen op elke multifunctionele machine gebruiken. Een gebruiker kan bijvoorbeeld het Adresboek of de persoonlijke knop die op één multifunctionele machine is geregistreerd, op de andere machines gebruiken. Instellingen die kunnen worden gepersonaliseerd
Van de multifunctionele machines die gesynchroniseerd moeten worden, is de machine die de gegevens opslaat die u wilt synchroniseren de servermachine. De andere machines zijn de clientmachines.
Er kunnen maximaal 10 machines, inclusief de servermachine, worden gesynchroniseerd. De gepersonaliseerde gegevens voor maximaal 1000 gebruikers kunnen op de servermachine worden beheerd.
Er kunnen maximaal 10 machines, inclusief de servermachine, worden gesynchroniseerd. De gepersonaliseerde gegevens voor maximaal 1000 gebruikers kunnen op de servermachine worden beheerd.
Servermachine
De servermachine beheert centraal de instellingen van de clientmachines. Aangezien deze instellingen afzonderlijk van de instellingen van de servermachine worden beheerd, worden ze niet naar de servermachine gereflecteerd als de clientfunctie niet op de servermachine is gestart. Als u ook de instellingen van de servermachine wilt synchroniseren, schakelt u zowel de serverfunctie als de clientfunctie in.
Clientmachine
De instellingen die op de servermachine worden beheerd, worden op de clientmachines weergegeven. Dezelfde gebruiker kan na het aanmelden zijn instellingen op elke clientmachine gebruiken.
Gesynchroniseerde gegevens en het beperken van bewerkingen
Synchronisatie kan alleen worden uitgevoerd voor multifunctionele machines met dezelfde instellingen voor gebruikersauthenticatie en groepsbeheer. Wanneer u Afdelings-ID-beheer gebruikt om groepen te beheren, gebruik dan dezelfde Afdelings-ID voor elke multifunctionele machine.
Te synchroniseren gegevens
Als de te synchroniseren gegevens zowel op de servermachine als op de clientmachines bestaan, worden de gegevens op de clientmachines verwijderd en overschreven met de gegevens op de servermachine.
Om de gegevens op de clientmachines te gebruiken, verwijdert u de van toepassing zijnde gegevens van de servermachine voordat u de synchronisatie start. (De gegevens worden verwijderd wanneer synchronisatie is ingeschakeld op de servermachine).
Om de gegevens op de clientmachines te gebruiken, verwijdert u de van toepassing zijnde gegevens van de servermachine voordat u de synchronisatie start. (De gegevens worden verwijderd wanneer synchronisatie is ingeschakeld op de servermachine).
Als de gegevens van een gebruiker op meerdere clientmachines bestaan, maar niet op de server-machine, dan worden de gegevens van de clientmachine die het eerst verbinding maakt met de servermachine geregistreerd.
Voorbeeld van gegevens geregistreerd op de servermachine
Als gegevens van gebruiker 1 bestaan op zowel clientmachine A als clientmachine B, en clientmachine A eerst verbinding maakt met de servermachine, worden de gegevens op clientmachine A geregistreerd op de servermachine.
Registratiegegevens op clientmachine A (de clientmachine die als eerste verbinding heeft gemaakt met de servermachine)
: Gegevens van gebruiker 1
: Gegevens van gebruiker 2Registratiegegevens op clientmachine B
: Verschillende gegevens van gebruiker 1
: Gegevens van gebruiker 3Gegevens geregistreerd op de servermachine
: Gegevens van gebruiker 1 op clientmachine A: Gegevens van gebruiker 2 op clientmachine A: Gegevens van gebruiker 3 op clientmachine BOm de informatie met betrekking tot Geavanceerde ruimte of een bestandsserver op een andere machine in het netwerk die is opgenomen in de sleutelhanger correct te gebruiken, moet de volgorde waarin de verbindingsbestemmingen worden geregistreerd op alle machines hetzelfde zijn. Voorbereidingen voor het gebruik van een andere machine of server op het netwerk
Andere instellingen dan persoonlijke gegevens die kunnen worden gesynchroniseerd
De volgende instellingen kunnen niet worden gepersonaliseerd, maar de instellingen kunnen worden gedeeld tussen meerdere multifunctionele Canon-machines met de functie voor het synchroniseren van gepersonaliseerde gegevens:
Instellingen voor openbare weergave voor adreslijsten van gebruikersgroepen De openbare bestemming van een adreslijst van een gebruikersgroep configureren
[Home]-scherminstelling voor gebruikers die niet zijn aangemeld Het scherm [Home] aanpassen
Beperkte handelingen en instellingen
Als u de gegevenssynchronisatie met een clientcomputer start, kunt u niet langer gegevens importeren of exporteren voor synchronisatie, inclusief het Adresboek. Het wordt aanbevolen om de te synchroniseren gegevens te exporteren voordat u de synchronisatie start.
Als het maximum aantal gebruikers dat de personalisatiefunctie gebruikt is bereikt, worden de oudste gebruikersinstellingen gewist.
*[Actie bij overschrijding max. aantal gebruikers] is ingesteld op [Verwijder oudste gebruikersinstellingen] en kan niet meer worden gewijzigd. [Actie bij overschrijding max. aantal gebruikers]
Als één of meer clientmachines in werking zijn, zal de servermachine niet in Slaapstand gaan. Zelfs als alleen de servermachine werkt, als de clientfunctie "localhost" is verbonden via een proxyserver, zal de servermachine niet in de Slaapstand gaan.
BELANGRIJK
Afhankelijk van de opties en apparaatconfiguratie van de multifunctionele machine, is het mogelijk dat gesynchroniseerde gegevens niet worden weergegeven.
Als de versie van de firmware van de multifunctionele machine oud is, worden de geregistreerde snelkoppelingen en de sleutelhanger mogelijk niet gesynchroniseerd.
Als de servermachine of een clientmachine defect is geraakt tijdens de synchronisatie, kunnen gegevens waarvan het uitwisselingsbereik is ingesteld op [Device-Specific (Not Shared)] op de defecte multifunctionele machine niet worden hersteld en worden deze teruggezet naar de standaardinstelling.
Synchronisatieprocedure
Volg de onderstaande procedure om gepersonaliseerde gegevens te synchroniseren:
|
Stap 1
|
Controleer of de multifunctionele machines die gesynchroniseerd moeten worden, correct op het netwerk zijn aangesloten.
Het wordt aanbevolen om de gepersonaliseerde gegevens te exporteren voor back-updoeleinden.
|
|
Stap 2
|
Schakel de synchronisatiefunctie op de servermachine in en configureer de gegevens die moeten worden gesynchroniseerd.
|
|
Stap 3
|
Schakel op elke clientmachine de synchronisatiefunctie in, configureer de instellingen om verbinding te maken met de servermachine en start de synchronisatie.
|
|
Stap 4
|
Controleer de synchronisatiestatus op de servermachine.
|
N.B.
Regelmatig gegevens op de servermachine repliceren en back-uppen
U kunt gerepliceerde gegevens opslaan op een andere machine en van de meest recente gegevens een back-up maken naar de opslagruimte op de servermachine of een SMB-server. Repliceren en back-ups maken van gegevens op de servermachine
Het wijzigen van de Canon multifunctionele machines om te synchroniseren
U kunt de server en clientmachines vervangen of wijzigen nadat de synchronisatie is gestart. Het wijzigen van de Canon multifunctionele machines om te synchroniseren