Synchronisatie starten en stoppen (servermachine)

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u synchronisatie op de server start en stopt.

Start de synchronisatie op de servermachine

Schakel de synchronisatiefunctie in op de servermachine en configureer de te synchroniseren gegevens.
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de instellingen configureert met Remote UI (UI op afstand) vanaf een computer.
Selecteer op het bedieningspaneel [ Instellingen/Registratie] in het scherm [Home] of ander scherm en selecteer vervolgens [Beheerinstellingen] om de instellingen te configureren. Het bedieningspaneel kan echter alleen worden gebruikt om de synchronisatiefunctie in te schakelen. [Aangepaste instellingen synchroniseren (server)]
Beheerdersrechten zijn vereist.
Vereiste voorbereidingen
Om de juiste tijd op de machine te behouden, configureert u de instellingen zodanig dat de tijdinformatie wordt verkregen van de tijdserver op het netwerk. SNTP configureren
1
Meld u bij Remote UI (UI op afstand) aan als beheerder. De Remote UI (UI op afstand) starten
2
Klik op de Portal-pagina van Remote UI (UI op afstand) op [Synchronize Custom Settings]. Remote UI (UI op afstand)-portaalpagina
Het scherm [Synchronize Custom Settings] wordt weergegeven.
3
Klik op [Change Connection Destination].
Het scherm [Connection Settings] wordt weergegeven.
4
In [Service] onder [Synchronize Custom Settings (Server)] selecteert u [Start].
5
Klik op [Change]  [OK].
Synchronisatie van de servermachine wordt ingeschakeld en het scherm [Synchronize Custom Settings] wordt opnieuw weergegeven.
6
Klik op [To Portal] rechtsboven in het scherm.
7
Klik op de Portal-pagina van Remote UI (UI op afstand) op [Synchronize Custom Settings (Server)]. Remote UI (UI op afstand)-portaalpagina
Het scherm [Data Sharing Details] wordt weergegeven.
* Als het scherm [Synchronize Custom Settings (Server)] wordt weergegeven, klikt u op [Data Sharing Details] van [Device].
8
Configureer de te synchroniseren gegevens.
1
Geef op of de gegevens moeten worden gesynchroniseerd.
Selecteer [Shared across All Devices] als u de gegevens wilt synchroniseren. Selecteer [Device-Specific (Not Shared)] als u apparaatspecifieke informatie wilt gebruiken zonder dat er wordt gesynchroniseerd.
Als u de instelling wijzigt van [Device-Specific (Not Shared)] in [Shared across All Devices] terwijl de synchronisatie bezig is, worden alle instellingen voor de gedeelde knop en gegevens die specifiek zijn voor elke clientmachine, geïnitialiseerd vóór de synchronisatie.
Als u de instelling wijzigt van [Shared across All Devices] naar [Device-Specific (Not Shared)], worden alle gegevens in [Default Settings] en [Previous Settings] geïnitialiseerd voor gebruikers die geregistreerd zijn in de servermachine.
Alle items zonder instellingen in [Data Sharing Details] worden gesynchroniseerd. Instellingen die kunnen worden gepersonaliseerd
2
Klik op [OK]  [Yes].
9
Bereid de synchronisatie voor en configureer de instellingen voor gegevensreplicatie of back-up, indien nodig.
10
Uitloggen van Remote UI (UI op afstand).
N.B.
Het communicatielogboek voor synchronisatie controleren
Op het in stap 3 getoonde scherm kunt u het communicatielogboek voor synchronisatie controleren en dit als bestand op een computer opslaan.
Als er een fout optreedt, wordt [Warning] of [Error] weergegeven voor [Level].
[Warning]: Servermachine kan tijdelijk niet communiceren, enz.
[Error]: Limiet gegevensregistratie is overschreden, enz.

Stop de synchronisatie op de servermachine

In deze sectie ziet u hoe u de instellingen kunt configureren vanaf een computer met Remote UI (UI op afstand).
Selecteer op het bedieningspaneel [ Instellingen/Registratie] in het scherm [Home] of ander scherm en selecteer vervolgens [Beheerinstellingen] om de instellingen te configureren. [Aangepaste instellingen synchroniseren (server)]
Beheerdersrechten zijn vereist.
1
Meld u bij Remote UI (UI op afstand) aan als beheerder. De Remote UI (UI op afstand) starten
2
Klik op de Portal-pagina van Remote UI (UI op afstand) op [Synchronize Custom Settings]. Remote UI (UI op afstand)-portaalpagina
Het scherm [Synchronize Custom Settings] wordt weergegeven.
3
Klik op [Change Connection Destination].
Het scherm [Connection Settings] wordt weergegeven.
4
In [Service] onder [Synchronize Custom Settings (Server)] selecteert u [Stop].
5
Klik op [Change]  [OK].
De instellingen worden toegepast.
6
Uitloggen van Remote UI (UI op afstand).
E9AC-0HF