Weergave van zelfdiagnose-informatie

Op de machine worden eenvoudige meldingen en codes weergegeven voor meer informatie over wat er in de machine gebeurt. Gebruik deze meldingen en codes voor het identificeren van de handelingen die u, indien nodig, dient te verrichten om de problemen op te lossen.

Foutmeldingen

Als de machine een foutmelding laat zien, volg dan de instructies die op het touch panel display verschijnen.
Vul A4-papier bij.

Het optimale papierformaat dat door de modus Automatische papierselectie is geselecteerd, is niet beschikbaar in de machine.

Vul papier met het aangegeven formaat bij in de machine. (Papierladen) Als u op (Start) drukt terwijl deze melding verschijnt, dan worden de afdrukken gemaakt met het papierformaat dat op dat moment is geselecteerd.
Als de melding blijft verschijnen zelfs nadat papier van het aangegeven formaat is geplaatst, schakel dan de papierlade in voor de gewenste functies. (Automatische papierselectie/Automatische lade-omschakeling)
Als gevolg van time-out is zoekopdracht niet voltooid. Controleer de instellingen.

De machine kon niet binnen de aangegeven tijd naar de bestemmingen zoeken.

Verhoog de tijdinstelling voor Timeout bij zoeken bij Registreer LDAP-server. (Setting up the Machine for Your Network Environment)

De machine kon de gebruiker niet binnen de aangegeven tijd verifiëren op een authentificatieserver en attributen van de server ophalen over de gebruiker.

Verhoog de tijdinstelling voor <Time-out-instellingen> op de pagina Verzendfunctie authentificatie-instellingen. (Customizing Settings)

Er is een fout opgetreden bij de LDAP-server.

Controleer of de LDAP-server goed functioneert.
Geen verbinding met de geselecteerde server. Controleer de instellingen.

De machine kan geen verbinding maken met het opgegeven IP-adres/de opgegeven poort.

Controleer de instelling gateway adres. (Connecting the Machine to a TCP/IP Network)
Controleer het serveradres en poortnummer voor de LDAP-server. (Setting up the Machine for Your Network Environment, Customizing Settings)
Controleer of de LDAP-server goed functioneert.
Als <Inloggegevens> is ingesteld op 'Gebr. (beveil. auth.)' voor de LDAP-server, controleer dan of UDP (User Datagram Protocol)-pakketten door het filter worden geblokkeerd.
Geen verbinding met server omdat tijdinstellingen van dit apparaat afwijken van die bij de geselecteerde server.

De tijdinstelling bij de LDAP-server en bij de machine verschillen meer dan vijf minuten.

De machine kan geen verbinding maken met een LDAP-server als de tijdinstelling van de server en de tijdsinstelling van de machine meer dan vijf minuten van elkaar verschillen, en <Inloggegevens> is ingesteld op 'Gebr. (beveil. authent.)' voor de LDAP-server. Controleer de tijdinstellingen bij de server en de machine.
Kan de geselecteerde server niet vinden. Controleer de instellingen.

Het IP-adres waar de machine verbinding mee moet maken, kan niet worden vastgesteld.

Controleer de instellingen van de DNS (Domain Name System) server. (Connecting the Machine to a TCP/IP Network)
Controleer of de DNS-instellingen van de DNS-server juist zijn.

Als <Inloggegevens> is ingesteld op 'Gebr. (beveil. authent.)' voor de LDAP-server, dan kan de machine de hostnaam niet vaststellen.

Controleer de instellingen van de DNS (Domain Name System) server. (Connecting the Machine to a TCP/IP Network)
Controleer het TCP/IP.

De TCP/IP van de machine werkt niet.

Controleer de IP-adresinstellingen (IP-adres, DHCP, RARP, BOOTP). (Connecting the Machine to a TCP/IP Network)

De machine en de netwerkkabel zijn niet juist aangesloten.

Controleer of de netwerkkabel goed is aangesloten tussen de machine en het netwerk.
Controleer de gebruikersnaam en wachtwoord of controleer de instellingen.

De gebruikersnaam, het wachtwoord of de servernaam voor toegang tot Geautoriseerd verzenden is onjuist.

Zorg ervoor dat de aangegeven gebruikersnaam, het wachtwoord en de servernaam juist zijn.

De gebruikersattribuutnaam, het beheerders-ID of het wachtwoord voor toegang tot Geautoriseerd verzenden is onjuist.

Controleer of <Attribuut gebruikersnaam>, <Gebruikersnaam> en <Wachtwoord> op de instellingspagina van de LDAP-authenticatieserver juist zijn ingesteld. (Customizing Settings)
Controleer document.

Papier of originelen zijn vastgelopen.

Verwijder het vastgelopen papier of de originelen. (Verhelpen van papierstoringen)
Vul papier bij.

Het papier in de machine is op.

Vul papier bij. (Papier plaatsen)

De papierlade is niet volledig in de machine geplaatst.

Plaats de papierlade zover mogelijk in de machine.
Geen respons.

De server draaide niet op het moment dat u probeerde te verzenden.

Controleer de bestemming.

Er was geen verbinding met het netwerk toen u probeerde te verzenden.(Of u kon geen verbinding maken met de bestemming of de verbinding werd verbroken voordat de opdracht kon worden voltooid.)

Controleer de status van het netwerk.

Een TCP/IP-fout is opgetreden bij een poging tot verzending van een e-mail of I-fax.

Controleer of de netwerkkabels en connectoren goed zijn aangesloten.
Geen respons van de server. Controleer de instellingen.

De opgegeven serverinstellingen zijn onjuist, of de server is niet ingeschakeld.Of de TCP/IP-resources van de machine zijn bijna uitgeput.

Wacht even en probeer het daarna opnieuw. Als het dan nog niet lukt, selecteert u een andere server.
Geen resources beschikbaar. Wacht even en voer handeling daarna opnieuw uit.

U kunt niet bladeren binnen het netwerk als gevolg van een gebrek aan TCP/IP-resources. Dit kan zijn omdat documenten continu zijn verzonden of continu worden verzonden via FTP of Windows (SMB).

Wacht even en probeer het daarna opnieuw.
Plaats het origineel op de glasplaat.

Met de opgegeven modus moet het origineel op de glasplaat worden geplaatst, maar er ligt geen origineel op de glasplaat.

Plaats het origineel op de glasplaat. (Plaatsen van originelen)
Verwijder het papier van het opvangblad.

Er zijn afdrukken van de vorige opdracht op het uitvoerblad achtergebleven.

Verwijder de afdrukken die zich op het uitvoerblad bevinden. Het afdrukken wordt automatisch hervat.
Vervang de toner.

De toner is op.

Vervang de tonercartridge door een nieuwe. (Vervangen van de toner)
Plaats pag. 1 boven en druk daarna op Start.

Het scannen is gestopt als gevolg van een probleem met de invoerlade.

Sorteer de originelen op paginavolgorde met de eerste pagina bovenop. Plaats de originelen terug op het originelenblad van de aanvoer en druk op (Start).
Zoekconditie bevat tekens die niet kunnen worden gebruikt bij de geselecteerde server.

'\' is gebruikt in het zoekcriterium.

Verwijder “\” uit het zoekcriterium en start het zoeken opnieuw.

De combinatie van tekens in het zoekcriterium is niet aanvaardbaar.

Er is een ongelijk aantal '(' en ')'.
'*' staat niet tussen '( )'.
Zorg dat de tekens voor het zoekcriterium goed zijn gecombineerd en laat daarna opnieuw zoeken.

Als <Server LDAP-versie en tekencode> is ingesteld op 'Ver.2 (JIS)', worden andere tekens dan ASCII Code (0x20-0x7E) gebruikt.

Laat tekens weg die niet kunnen worden gebruikt en zoek daarna opnieuw.
Stel IP-adres in.

Er is geen IP-adres voor de machine ingesteld.

Geef het IP-adres aan en zet daarna de hoofdschakelaar van de machine UIT en daarna weer AAN. (Connecting the Machine to a TCP/IP Network)
TLS-fout (POP)

POP-authentificatie is mislukt, en er is een verzendfout opgetreden als gevolg van een communicatiefout met TLS-versleuteling bij gebruik van POP voor SMTP.

Controleer de instellingen voor met TLS versleutelde communicatie op de POP-server.
Schakel TLS-versleuteling uit voor communicatie met de POP-server door <TSL toestaan (POP)> bij de instelling E-mail/I-fax uit te schakelen. (Setting up the Machine for Your Network Environment)
Schakel POP voor SMTP uit door <POP-authentificatie voor verzending> bij de instelling E-mail/I-fax uit te schakelen. (Setting up the Machine for Your Network Environment)

POP-authentificatie is mislukt, en er is een ontvangstfout opgetreden als gevolg van een fout bij met TLS versleutelde communicatie.

Controleer de instellingen voor met TLS versleutelde communicatie op de POP-server.
Schakel TLS-versleuteling uit voor communicatie met de POP-server door <TSL toestaan (POP)> bij de instelling E-mail/I-fax uit te schakelen. (Setting up the Machine for Your Network Environment)

De machine heeft een probleem met het TLS-servercertificaat ontdekt en de communicatie is mislukt.

Controleer het TLS-servercertificaat. Voor informatie over verificatie van certificaten raadpleegt u Customizing Settings.
TLS-fout (SMTP-ontvangst)

Er is een fout opgetreden omdat TLS-versleuteling niet kon worden gestart als gevolg van incompatibiliteit van de versleutelingsalgoritmes op de machine en die op de SMTP-server.

Controleer de servercertificaten en de instellingen op de TLS-client.
TLS-fout (SMTP-ontvangst geweigerd)

De machine is zo geconfigureerd dat deze alleen met TLS versleutelde gegevens ontvangt.('TLS' wordt geselecteerd voor <TLS toestaan (SMTP-ontvangst)> bij de instelling E-mail/I-fax.)

Selecteer 'Aan' voor <TLS toestaan (SMTP-ontvangst)> bij de instelling E-mail/I-fax. (Setting up the Machine for Your Network Environment)
Wijzig de instellingen op de client om gegevens met TLS-versleuteling te verzenden.
TLS-fout (SMTP-verzending)

Er is een fout opgetreden bij het verzenden van met TLS versleutelde gegevens, omdat de machine en de mailserver geen gemeenschappelijk versleutelingsalgoritme hebben.

Schakel gegevensverzending met TLS-versleuteling uit door <TLS toestaan (SMTP-verzending)> bij de instelling E-mail/I-fax uit te schakelen. (Setting up the Machine for Your Network Environment)
Wijzig de mailserverinstellingen om een gemeenschappelijk encryptiealgoritme in te stellen dat zowel op de machine als op de mailserver beschikbaar is.

Er is een fout opgetreden bij het verzenden van met TLS versleutelde gegevens, omdat de mailserver een clientcertificatie vroeg.(Een clientcertificatie wordt niet ondersteund op de machine.)

Wijzig de instellingen van de mailserver zo, dat geen clientcertificaat wordt gevraagd.
Schakel gegevensverzending met TLS-versleuteling uit door <TLS toestaan (SMTP-verzending)> bij de instelling E-mail/I-fax uit te schakelen. (Setting up the Machine for Your Network Environment)

De machine heeft een probleem met het TLS-servercertificaat ontdekt en de communicatie is mislukt.

Controleer het TLS-servercertificaat. Voor informatie over verificatie van certificaten raadpleegt u Customizing Settings.
Geheugen is vol.

Het gescande document is te groot voor het geheugen van de machine.

Druk de reeds gescande pagina's af en scan daarna de resterende pagina's. (Indien het geheugen tijdens het scannen volraakt...)
Verdeel het origineel in meerdere kleine stapels en scan ze één voor één.
Het aantal zoekresultaten is hoger dan limiet. Indien de gewenste bestemming niet verschijnt, wijzig dan de zoekcondities en probeer het daarna opnieuw.

Het aantal adressen dat aan de zoekcriteria voldoet, is hoger dan het ingestelde maximale aantal te zoeken adressen.

Beperk het aantal zoekcriteria en zoek opnieuw.
Verhoog het maximale aantal te zoeken adressen. (Setting up the Machine for Your Network Environment)
Glasplaat is verontreinigd.

Het scangedeelte van de aanvoer is vies.

Reinig het scangedeelte van de aanvoer. (Scangedeelte van de aanvoer en rollen)
Er zijn teveel subdirectories.

U hebt het maximaal toegestane aantal submapniveaus overschreden.

Het directory niveau waar u toegang tot probeert te krijgen, kan niet worden aangegeven. Aangeven van een andere bestemming.
De verzendfunctie kan nu niet worden gebruikt. Neem contact op met de beheerder.

Alle verzendfunctionaliteiten zijn uitgeschakeld.

Controleer de volgende instellingen:
- <Instellingen verzendbeperkingen> op de pagina met authentificatie-instellingen voor de verzendfunctie (Customizing Settings)
- Gebruik Scannen naar geheugenmedia onder de geheugenmedia-instellingen (Setting the Send Function).
De verzending is uitgesteld. Neem contact op met de systeembeheerder.

Alhoewel [Opgeven LDAP-authentificatie gebruikeradres als naam afzender] is geselecteerd, kan de machine geen e-mailadresattribuut ophalen bij een authentificatieserver.

Maak de selectie van [Aangeven LDAP-authentificatie gebruikeradres als naam afzender] ongedaan. (Customizing Settings)
Zorg ervoor dat er een e-mailadres attribuut is geregistreerd op een authentificatieserver.

U hebt geprobeerd e-mails of I-faxen te verzenden terwijl de machine in gebruikers-ID-beheer stond en het e-mailadres van de aangemelde gebruiker niet is geregistreerd.

Registreer het e-mailadres voor elke gebruiker wanneer Gebruikers-ID beheer is ingeschakeld. (Specifying Department ID and User Management)

Foutcodes

Bepaal de aard van het probleem aan de hand van de foutcode als u kopieer-, verzend-(TX)/ontvang-(RX), fax- of afdrukopdrachten niet succesvol zijn. Foutcodes kunnen worden gevonden in het log van het venster Systeem monitor, of worden afgedrukt op de communicatierapporten. (Afdrukken van communicatierapporten en lijsten.)
# 0001

Papier of originelen zijn vastgelopen.

Verwijder het vastgelopen papier of de originelen. (Verhelpen van papierstoringen)
# 0003

Communicatie die langer duurt dan de ingestelde tijdsperiode (64 minuten) heeft de fout veroorzaakt.

Verlaag de resolutie of verdeel het document in twee of meerdere delen en probeer het daarna opnieuw te verzenden. (Opgeven van de scaninstellingen)
Wanneer u een document ontvangt, vraag dan of de andere partij de resolutie wil verlagen waarmee het document wordt gescand of het document in twee of meerdere delen wil verdelen voordat het wordt verzonden.
# 0005

De ontvanger heeft niet binnen 35 seconden gereageerd.

Controleer of de machine van de andere partij kan communiceren en probeer het vervolgens opnieuw.

De machine van de ontvanger is geen G3-fax.

Controleer samen met de andere partij welk type machine de andere partij heeft.
# 0009

Er is geen papier.

Vul papier bij. (Papier plaatsen)

De papierlade is niet goed in de machine geschoven.

Plaats de papierlade correct in het apparaat.
# 0012

Het document kon niet worden verzonden, omdat het papier in de ontvangende machine op was.

Vraag de ontvanger papier bij te vullen in hun faxapparaat.
# 0018

De machine van ontvanger reageerde niet nadat uw machine opnieuw heeft geprobeerd documenten te verzenden.

Controleer of de machine van de andere partij kan communiceren en probeer het vervolgens opnieuw.

De documenten konden niet worden verzonden omdat de ontvangende machine bezet was.

Controleer of de machine van de andere partij kan communiceren en probeer het vervolgens opnieuw.

De instellingen van uw machine komen niet overeen met de instellingen van de machine van de ontvanger.

Controleer of de instellingen van uw machine overeenkomen met de instellingen van de andere machine en dat de andere machine in staat is te communiceren. Probeer opnieuw te verzenden.

Er is geen pauze in het faxnummer ingevoegd bij het internationaal verzenden van een fax.

Voeg na de internationale toegangscode of na het faxnummer van de andere partij een pauze in en kies het nummer daarna opnieuw. (Verzenden van documenten)

Internationaal op het scherm Optie is ingesteld op 'Lokaal' wanneer een fax internationaal wordt verzonden.

Stel Internationaal in op ‘Internationaal (1)’, ‘Internationaal (2)’, of ‘Internationaal (3)’, en kies het nummer daarna opnieuw. (Snel en gemakkelijk bestemmingen aangeven)
# 0022

Documenten konden niet worden doorgezonden naar de opgegeven bestemming omdat er onvoldoende geheugen beschikbaar is. De machine kan maximaal 71 verzendopdrachten in het geheugen opslaan.

Verwijder ongewenste opdrachten uit het geheugen of wacht totdat deze opdrachten zijn voltooid en probeer het daarna opnieuw.
# 0037

Documenten konden niet worden ontvangen omdat onvoldoende geheugen beschikbaar is.

Verwijder ongewenste documenten en documenten met fouten uit het geheugen om de hoeveelheid beschikbaar geheugen te vergroten. (Controleren/Wijzigen van de status van documenten in het geheugen)
# 0059

Uw verzending werd geannuleerd, omdat het door u gekozen nummer afwijkt van het nummer dat in het faxapparaat van de andere partij is opgeslagen.

Controleer of het juiste faxnummer is opgeslagen bij het faxapparaat van de andere partij.
# 0099

Een opdracht werd geannuleerd tijdens verzending naar een USB-geheugenapparaat.

Probeer indien nodig opnieuw te verzenden.

Een beveiligde afdrukopdracht werd automatisch geannuleerd nadat de timeout-periode was verstreken.

Probeer indien nodig opnieuw af te drukken. Voor instructies over het wijzigen van de time-outperiode raadpleegt u Other System Settings.
# 0401

Het USB-geheugenapparaat is vol of het maximaal aantal bestanden dat kan worden opgeslagen in de hoofdmap (het bovenste niveau van de mappenstructuur van het USB-geheugenapparaat) is bereikt.

Verwijder onnodige bestanden uit het USB-geheugen media-apparaat of rangschik de bestanden in de root directory door bestaande bestanden te verplaatsen naar een nieuw aangemaakte map.
# 0403

De opdracht is mislukt omdat een bestand met dezelfde naam al bestaat. Als de bestandsnaam al bestaat, wordt doorgaans een nummer van 1 t/m 999 achter aan de naam toegevoegd om naamconflicten te voorkomen. Deze fout trad echter op omdat het bestand met hetzelfde toegevoegde nummer al bestaat.

Geef het bestand een andere naam en probeer de data opnieuw weg te schrijven.
# 0404

De opdracht is mislukt omdat de schrijfbeveiliging van het USB-geheugenapparaat was ingeschakeld.

Schakel de schrijfbeveiliging van het USB-geheugenmedia apparaat uit.
# 0406

De opdracht is mislukt omdat het USB-geheugenapparaat eruit werd getrokken tijdens verzending.

Controleer of het USB-geheugenmedia apparaat correct is geplaatst en probeer daarna opnieuw te verzenden.

Er is een fout opgetreden tijdens het overbrengen van gegevens, zoals afbeeldingsgegevens, naar het USB-geheugenapparaat. (Het aangesloten apparaat is mogelijk geformatteerd met een bestandssysteem dat niet door de machine wordt ondersteund.)

Controleer de status van het USB-geheugenmedia apparaat of zorg ervoor dat het apparaat wordt geformatteerd met een bestandssysteem dat door de machine wordt ondersteund (FAT16 of FAT32), en probeer het daarna opnieuw.
# 0407

De lengte van het volledige pad naar een bepaald bestand (of bepaalde map) overschreed de ondersteunde limiet.

Het volledige pad dient niet langer te zijn dan 120 tekens. Wijzig of verkort de bestandsnaam.

De overdracht naar het USB-geheugenapparaat werd niet goed uitgevoerd omdat de lengte van het volledige pad, inclusief de root en de bestandsnaam, de limiet overschreed.

Het volledige pad dient niet langer te zijn dan 120 tekens. Wijzig of verkort de bestandsnaam.
Wijzig de map waarin de data moet worden opgeslagen.
# 0408

De overdracht van gegevens is mislukt omdat het USB-geheugenapparaat eruit werd getrokken tijdens de overdracht.

Controleer of het USB-geheugenmedia apparaat correct is geplaatst en probeer daarna de overdracht opnieuw uit te voeren.

Er is een fout opgetreden tijdens het overbrengen van gegevens, zoals afbeeldingsgegevens, naar het USB-geheugenapparaat.

Controleer de status van het USB-geheugenmedia apparaat of zorg ervoor dat het apparaat wordt geformatteerd met een bestandssysteem dat door de machine wordt ondersteund (FAT16 of FAT32), en probeer het daarna opnieuw.
# 0701

De opgegeven afdelings-ID bestaat niet, of het wachtwoord is gewijzigd.

Voer de juiste afdelings-ID of het juiste wachtwoord in met - (numerieke toetsen) op het bedieningspaneel en probeer het opnieuw. (Afdelings-ID en wachtwoord invoeren)
# 0703

Het geheugen voor de afbeeldingsgegevens is vol wanneer kleurendocumenten worden verzonden.

Wacht een moment en probeer het dan opnieuw zodra andere verzendopdrachten zijn voltooid.
Verwijder de in het geheugen opgeslagen documenten. Als de machine nog steeds niet goed functioneert, zet u de hoofdschakelaar UIT en weer AAN.
# 0705

De verzendactie werd onderbroken omdat het gegevensbestand groter is dan is ingesteld bij <Max. grootte verzendgegevens> bij E-mail/l-faxinstellingen.

Wijzig de instelling van <Max. TX datagrootte> onder e-mail/l-faxinstellingen. (Setting the Send Function)
Selecteer een lagere resolutie. (Opgeven van de scaninstellingen)
Als u I-fax gebruikt, verminder dan het aantal pagina's met afbeeldingen, dat u per keer verzendt, zodat u de limiet voor bestandsgrootte aangegeven in <Max. TX datagrootte> niet overschrijdt.
Zet Verdeel in pagina's op 'Aan' op het scherm Bestandsindeling. (Opgeven van de scaninstellingen)
# 0749

U kon de opdracht niet uitvoeren, omdat er een service-oproep op het scherm werd weergegeven.

Herstart de machine. (Herstarten van de machine) Als de machine zich niet herstelt, zet u de hoofdschakelaar in de UIT-stand en haalt u de stekker uit het stopcontact. Neem vervolgens contact op met uw Canon-dealer.
# 0751

De bestandsserver werkt niet.

Controleer of de file server goed functioneert.

Het netwerk ligt plat (de server kan geen verbinding maken met het netwerk of is niet aangesloten).

Controleer de status van het netwerk.
# 0752

De naam van de SMTP-server en het e-mailadres zijn onjuist.

Controleer of de SMTP server en het e-mailadres onder E-mail/l-fax correct zijn ingesteld. (Setting up the Machine for Your Network Environment)

De domeinnaam is onjuist.

Controleer of domeinnaam onder instellingen DNS host-/domeinnaam correct is ingesteld. (Setting up the Machine for Your Network Environment)

De SMTP-server werkt niet.

Controleer of de SMTP-server goed functioneert.

Het netwerk ligt plat.

Controleer de status van het netwerk.
# 0753

Een TCP/IP-fout opgetreden tijdens verzending van een e-mail. (Aansluiting, Selecteer fout, enz.)

Controleer of de netwerkkabel goed is aangesloten tussen de machine en uw computer. Als de machine nog steeds niet goed functioneert, zet u de hoofdschakelaar UIT en weer AAN.
# 0755

U kunt geen opdrachten verzenden omdat TCP/IP niet goed functioneert.

Controleer of TCP/IP-instellingen onder Netwerkinstellingen goed zijn ingesteld. (Connecting the Machine to a TCP/IP Network)

Het IP-adres is niet ingesteld.

Controleer of TCP/IP-instellingen bij Netwerkinstellingen juist is ingesteld. (Connecting the Machine to a TCP/IP Network)

Toen de machine werd ingeschakeld, werd door de DHCP-, RARP- of BOOTP-server geen IP-adres aan de machine toegewezen.

Na het inschakelen van de machine zal de communicatie met een netwerk niet starten totdat de tijd die is aangegeven in Starttijdinstellingen onder Netwerkinstellingen is verstreken. (Other System Settings) Wacht even en probeer daarna opnieuw te verzenden.
# 0801

Een time-outfout is opgetreden terwijl de machine communiceerde met de SMTP-server om een e-mail te verzenden of een I-fax te verzenden of te ontvangen.

Controleer of de SMTP-server normaal functioneert of controleer de status van het netwerk.

De SMTP-server reageerde bij het maken van de verbinding met een foutmelding. De bestemming is onjuist.

Controleer of de bestemming goed is ingesteld.

Er is een fout opgetreden bij de server tijdens verzending naar een bestandsserver.

Controleer of de file server goed functioneert.
# 0802

De naam van de SMTP-server is onjuist.

Controleer of SMTP-server onder E-mail/l-fax correct is ingesteld. (Setting up the Machine for Your Network Environment)

De instellingen van het DNS-serveradres zijn onjuist.

Controleer of de primaire DNS server en de secundaire DNS server onder de instellingen DNS server adres correct zijn ingesteld. (Setting up the Machine for Your Network Environment)

De domeinnaam is onjuist.

Controleer of domeinnaam onder instellingen DNS host-/domeinnaam correct is ingesteld. (Setting up the Machine for Your Network Environment)

Verbinding met de DNS-server is mislukt.

Controleer of de DNS-server goed functioneert.
# 0804

U hebt geen toestemming voor toegang tot de map.

Controleer of de gebruikersnaam en wachtwoord die u heeft aangegeven, overeenkomen met de gebruikersaccount (gebruikersnaam en wachtwoord) die voor de computer (file server) is opgeslagen. (Setting up Computers to Use Print and Send Functions)
# 0806

Een onjuiste gebruikersnaam of wachtwoord is opgegeven bij verzending van documenten naar een bestandsserver.

Controleer of de gebruikersnaam en wachtwoord die u heeft aangegeven, overeenkomen met de gebruikersaccount (gebruikersnaam en wachtwoord) die voor de computer (file server) is opgeslagen. (Setting up Computers to Use Print and Send Functions)

Een onjuiste bestemming is opgegeven voor verzending van een e-mail of I-fax.

Controleer het e-mail of I-fax adres.
# 0808

Een time-outfout is opgetreden terwijl de machine communiceerde met de FTP-server.

Controleer of de FTP-server goed functioneert.
Controleer de status van het netwerk.

De FTP-server reageerde bij het maken van de verbinding met een foutmelding. De bestemming is onjuist. Er is een fout opgetreden bij de server tijdens verzending.

Controleer of de FTP-server goed functioneert.
Controleer de status van het netwerk.
Controleer of de bestemming goed is ingesteld.
Controleer de status en de instelling van de file server.
# 0810

Een verbindingsfout met de POP-server is opgetreden tijdens ontvangst van een I-fax.

Controleer of de POP-server in E-mail/I-fax juist is ingesteld. (Setting up the Machine for Your Network Environment)
Controleer of de POP-server goed functioneert.
Controleer de status van het netwerk.

De POP-server reageerde bij het maken van de verbinding met een foutmelding.

Controleer of de POP-server in E-mail/I-fax juist is ingesteld. (Setting up the Machine for Your Network Environment)
Controleer of de POP-server goed functioneert.
Controleer de status van het netwerk.

Een time-outfout is opgetreden bij de server tijdens het maken van een verbinding met de POP-server.

Controleer of de POP-server in E-mail/I-fax juist is ingesteld. (Setting up the Machine for Your Network Environment)
Controleer of de POP-server goed functioneert.
Controleer de status van het netwerk.
# 0813

De aanmeldingsnaam of het wachtwoord voor toegang tot de POP-server is onjuist.

Controleer of het POP-adres en POP-wachtwoord in E-mail/l-fax correct zijn ingesteld. (Setting up the Machine for Your Network Environment)
# 0816

U hebt het maximale aantal pagina's dat u kunt scannen bereikt.

Reset of verhoog het maximale aantal pagina's of neem contact op met uw systeembeheerder.
# 0818

U hebt gegevens ontvangen die niet kunnen worden verwerkt (het bijgevoegde bestand kan niet worden afgedrukt).

Controleer de instellingen en vraag de afzender de gegevens opnieuw te verzenden.
# 0819

U hebt gegevens ontvangen die niet kunnen worden verwerkt (MIME-gegevens zijn onjuist).

Controleer de instellingen en vraag de afzender de gegevens opnieuw te verzenden.
# 0820

U hebt gegevens ontvangen die niet kunnen worden verwerkt (BASE 64 of UUENCODE is onjuist).

Controleer de instellingen en vraag de afzender de gegevens opnieuw te verzenden.
# 0821

U hebt gegevens ontvangen die niet kunnen worden verwerkt (TIFF-analysefout).

Controleer de instellingen en vraag de afzender de gegevens opnieuw te verzenden.

Wanneer u de Media-afdrukfunctie gebruikt, kunt u niet afdrukken omdat u een JPEG of TIFF-bestand hebt geselecteerd met niet-ondersteunde bestandsformaten of een beschadigd afbeeldingsbestand.

Controleer de ondersteunde bestandsformaten van JPEG of TIFF-bestanden en selecteer een ondersteund, niet beschadigd beeldbestand. (Afdrukken vanaf USB-geheugenmedia (media-afdruk))
# 0827

U hebt gegevens ontvangen die niet kunnen worden verwerkt (bevat MIME-gegevens die niet worden ondersteund).

Controleer de instellingen en vraag de afzender de gegevens opnieuw te verzenden.
# 0828

U hebt HTML-gegevens ontvangen.

Vraag de afzender een andere bestandsindeling dan HTML te gebruiken en de gegevens opnieuw toe te zenden.
# 0829

Er worden gegevens ontvangen die uit meer dan circa 1.000 pagina's bestaan.

Deze machine kan maximaal circa 1,000 pagina's aan gegevens in het geheugen opslaan. Boven deze limiet zullen de gegevens worden gewist. Vraag de afzender de resterende pagina's opnieuw te verzenden.
# 0839

De gebruikersnaam of het wachtwoord van de SMTP-authentificatie is onjuist.

Controleer of de gebruikersnaam en het wachtwoord op het scherm met instellingen voor Authentificatie /Encryptie correct zijn ingesteld. (Setting up the Machine for Your Network Environment)
# 0841

Er is een fout opgetreden bij het verzenden van met TLS versleutelde gegevens, omdat de machine en de mailserver geen gemeenschappelijk versleutelingsalgoritme hebben.

Schakel gegevensverzending met TLS-versleuteling uit door <TLS toestaan (SMTP-verzending)> bij de instelling E-mail/I-fax uit te schakelen. (Setting up the Machine for Your Network Environment)
Wijzig de mailserverinstellingen om een gemeenschappelijk encryptiealgoritme in te stellen dat zowel op de machine als op de mailserver beschikbaar is.
# 0842

Er is een fout opgetreden bij het verzenden van met TLS versleutelde gegevens, omdat de mailserver een clientcertificatie vroeg.(Een clientcertificatie wordt niet ondersteund op de machine.)

Wijzig de instellingen van de mailserver zo, dat geen clientcertificaat wordt gevraagd.
Schakel gegevensverzending met TLS-versleuteling uit door <TLS toestaan (SMTP-verzending)> bij de instelling E-mail/I-fax uit te schakelen. (Setting up the Machine for Your Network Environment)

De machine heeft een probleem met het TLS-servercertificaat ontdekt en de communicatie is mislukt.

Controleer het TLS-servercertificaat. Voor informatie over verificatie van certificaten raadpleegt u Customizing Settings.
# 0844

POP-authentificatie is mislukt, en er is een verzendfout opgetreden als gevolg van een communicatiefout met TLS-versleuteling bij gebruik van POP voor SMTP.

Controleer de instellingen voor met TLS versleutelde communicatie op de POP-server.
Schakel TLS-versleuteling uit voor communicatie met de POP-server door <TSL toestaan (POP)> bij de instelling E-mail/I-fax uit te schakelen. (Setting up the Machine for Your Network Environment)
Schakel POP voor SMTP uit door <POP-authentificatie voor verzending> bij de instelling E-mail/I-fax uit te schakelen. (Setting up the Machine for Your Network Environment)
# 0852

Er is een fout opgetreden omdat het apparaat tijdens de verwerking van een taak is uitgeschakeld met de hoofdschakelaar.

Controleer of de hoofdschakelaar van de machine in de AAN-stand staat. Probeer het indien nodig opnieuw.
# 0853

Er werd een afdrukopdracht die vanaf een printerstuurprogramma werd verzonden geannuleerd nadat <Alleen beveiligde afdrukopdrachten toestaan> is ingesteld op 'Aan'.

Stel <Alleen beveiligde afdrukopdrachten toestaan> in op 'Uit' en verzend de opdracht daarna opnieuw.
Ken een wachtwoord toe aan de opdracht en verzend de opdracht daarna opnieuw.
# 0995

De communicatiereservering is geannuleerd.

Probeer het, indien gewenst, opnieuw.
4HYC-089