Voordat u de gegevens rechtstreeks via e-mail kunt verzenden, moet u bepaalde procedures voltooien, bijvoorbeeld de instellingen van de e-mailserver opgeven. Instelprocedure voor e-mail verzenden / I-Faxes verzenden & ontvangen
Voordat u de gegevens opslaat in een gedeelde map of op de FTP-server, moet u bepaalde procedures voltooien, bijvoorbeeld de locatie opgeven waar de gescande originelen moeten worden opgeslagen.
Procedure om een gedeelde map in te stellen als een opslaglocatie Procedure om een FTP Server in te stellen als een opslaglocatie |
|
U kunt een bestemming opgeven via het adresboek door een keuze te maken in de lijst met opgeslagen bestemmingen of door op naam van ontvanger te zoeken naar bestemmingen.
|
U moet bestemmingen opslaan in het adresboek om deze functie te kunnen gebruiken. Bestemmingen opslaan
Het adres van de gedeelde map of de FTP-server registreren vanaf een computer.
Een gedeelde map instellen als een opslaglocatie Bestemmingen vanaf een externe UI registreren |
Als een bestemming is geselecteerd uit het <Adresboek> in het scherm Start, kan het scherm voor basisfuncties voor het verzenden van e-mail of het opslaan van een bestand verschijnen terwijl de geselecteerde bestemming blijft gespecificeerd.
|
|
Getallen van drie cijfers (codes voor verkort kiezen) worden aan adressen in het Adresboek toegewezen. Als u een adres wilt opgeven, hoeft u alleen maar de code voor verkort kiezen in te voeren.
|
Als u verkort kiezen met codenummers wilt gebruiken, moet de bestemming van tevoren in het Adresboek zijn geregistreerd. Bestemmingen opslaan
Het adres van de gedeelde map of de FTP-server registreren vanaf een computer.
Een gedeelde map instellen als een opslaglocatie Bestemmingen vanaf een externe UI registreren |
|
Als in uw kantooromgeving een LDAP-server is geïnstalleerd, kunt u ook met behulp van gebruikersinformatie op de server een bestemming opgeven. Ga via het apparaat naar de LDAP-server om naar de juiste gebruikersinformatie te zoeken en dat als bestemming op te geven.
|
U moet de instellingen voor verbinding met een LDAP-server vooraf opgeven. LDAP-servers registreren
|
1
|
Selecteer <Bevestig bestemming>.
|
2
|
Schakel het selectievakje voor de te verwijderen bestemming in, en selecteer <Verwijder vn best.>.
Als u Groep selecteert, selecteert u <Details> <Bestemming>; u kunt de bestemmingen bekijken die in de groep zijn geregistreerd.
|
3
|
Selecteer <Ja>.
|
|
U kunt het scanformaat van het origineel opgeven.
|
|
U kunt selecteren in welk bestandformaat originelen worden gescand. Kies uit PDF/JPEG/TIFF. Met PDF kunt u kiezen uit Compact PDF met een kleinere gegevensomvang, of het PDF-formaat waarmee u tekst kunt zoeken, inclusief tekstgegevens die zijn gescand met OCR (optical character recognition). U kunt ook een PDF-bestand maken met extra veiligheid, door gegevens te coderen of een handtekening toe te voegen. <De beveiliging van elektronische bestanden verbeteren>.
|
Als u JPEG selecteert in <Bestandsindeling> en probeert een origineel te scannen van de glasplaat, kunt u slechts één pagina scannen. U kunt een origineel van meerdere pagina's in één keer scannen met behulp van de invoer. Iedere pagina van het document wordt als een apart bestand opgeslagen. Als u TIFF of PDF selecteert, kunt u originelen van meerdere pagina's scannen van de glasplaat of met behulp van de invoer. In Een PDF-bestand op pagina indelen of Een TIFF-bestand op pagina indelen kunt u dan kiezen of het gehele gescande document als één bestand of als verschillende bestanden moet worden opgeslagen.
<PDF (Compact)> en <PDF (Compact/OCR)> foto´s en afbeeldingen op originelen meer comprimeren dan <PDF> en <PDF (OCR)>. Het bestand is dus kleiner, maar de beeldkwaliteit van bepaalde originelen is mogelijk lager, evenals het aantal originelen dat u tegelijk kunt scannen.
In <PDF (Compact/OCR)> en <PDF (OCR)> kunt u de instellingen configureren zodat het apparaat tijdens het scannen automatisch de richting van het origineel detecteert, op basis van de richting van de tekst die wordt gelezen door de OCR-functie. <OCR-instellingen (doorzoekbare tekst)>
|
|
U kunt de afdrukstand instellen op Staand of Liggend.
|
|
Het apparaat kan automatisch de voor- en achterzijde scannen van originelen in de invoer.
|
Het apparaat kan de beide zijden van originelen niet automatisch scannen wanneer u de originelen op de glasplaat legt.
|
1
|
Als u extra pagina's van documenten wilt scannen, plaatst u het volgende origineel op de glasplaat en selecteert u <Volg. scannen>.
Herhaal deze stap totdat alle pagina's zijn gescand.
Als er maar één pagina hoeft te worden gescand, gaat u verder met de volgende stap.
|
2
|
Selecteer <Verz. starten>.
Het verzenden / opslaan start.
|
1
|
Start de externe UI en meld u in de Systeembeheerder-modus aan. De UI op afstand starten
|
2
|
Klik op [Instellingen/registratie] op de portaalpagina. Scherm van externe UI
|
3
|
Selecteer [TX-instellingen] [Netwerkinstellingen - E-mail-/I-faxinstellingen].
|
4
|
Klik op [Wissen] in [Postbus wissen].
|
5
|
Lees de melding die wordt weergegeven en klik op [OK].
E-mail wordt gewist uit de postbus.
|
Als u altijd dezelfde scaninstellingen wilt gebruiken: De standaard instellingen voor functies wijzigen
Als u een combinatie van instellingen wilt opslaan voor eenvoudig gebruik: Veelgebruikte instellingen opslaan
|