Scannen vanaf een computer (alleen Windows)

U kunt een origineel scannen en de gescande gegevens opslaan op een op het apparaat aangesloten computer.
U kunt de indeling en opslaglocatie instellen wanneer u vanaf een computer scant. Bij deze methode kunt u de gescande gegevens onmiddellijk op het computerscherm bekijken, zodat u de kwaliteit van de afbeelding kunt controleren en aanpassingen kunt maken.
U kunt scannen met behulp van het meegeleverde Color Network ScanGear 2-scannerstuurprogramma of WSD, dat standaard bij Windows wordt geleverd.
Het scannerstuurprogramma gebruiken
U kunt ook fotobewerkingssoftware, documentsoftware en andere toepassingen gebruiken die TWAIN*1 of WIA*2 ondersteunen. Gescande gegevens worden rechtstreeks in de toepassing geïmporteerd voor onmiddellijke be- en verwerking.
Controleer de handleiding van de toepassing die u gebruikt om te zien of deze TWAIN of WIA ondersteunt.
*1TWAIN is een standaard om een scanner of ander beeldinvoerapparaat op een computer aan te sluiten.
*2WIA is een standaard in Windows opgenomen functie.
WSD gebruiken
WSD is een protocol dat automatisch detectie van printers en scanners activeert op een netwerk in een Windows-omgeving. Met WSD kunt u scannen zonder een scannerstuurprogramma te installeren.
Controleer de handleiding van de toepassing die u gebruikt om te zien of deze WSD ondersteunt.

Scannen met behulp van het scannerstuurprogramma

Nadat u een origineel op het apparaat hebt geplaatst, start u Color Network ScanGear 2 vanuit een TWAIN- of WIA-ondersteunde toepassing.
In dit gedeelte wordt de algemene procedure voor deze bewerking beschreven. Raadpleeg de handleiding van de toepassing die u gebruikt, voor het gebruik van meer gedetailleerde bewerkingen.
Vereiste voorbereidingen
Installeer het scannerstuurprogramma (Color Network ScanGear 2) op een computer en registreer de machine. Voorbereidingen voor het scannen van gegevens vanaf een computer (Windows)
1
Plaats het origineel op het apparaat. Originelen plaatsen
2
Druk op het bedieningspaneel op [Scanner] in het scherm [Home]. Scherm [Home]
Het scherm [Scanner] wordt weergegeven.
3
Druk op [Online].
De machine gaat online (stand-bymodus scannen).
Als de instellingen zo zijn geconfigureerd dat de machine online gaat door simpelweg op [Scanner] te drukken, kunt u deze stap overslaan. Ga naar stap 4. [Automatisch online]
Zodra het apparaat online gaat, kunt u de kopieer- en andere functies niet meer gebruiken.
4
Op de computer: start de toepassing voor het importeren van de gescande gegevens.
5
Selecteer in de toepassing de opdracht voor het starten van de scanbewerking.
6
Selecteer het scannerstuurprogramma (Color Network ScanGear 2) van de machine.
Color Network ScanGear 2 start.
7
Configureer de scaninstellingen op het scherm Color Network ScanGear 2.
Klik voor meer informatie op [Help] [Color Network ScanGear 2 Help] op het scherm Color Network ScanGear 2 om Help weer te geven.
8
Klik op [Scan].
Het scannen van het origineel start.
Als het scannen is voltooid, worden de gescande gegevens geïmporteerd in de toepassing.
9
Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, drukt u op het bedieningspaneel op [Offline] in het scherm [Scanner].
N.B.
U kunt de machine zo configureren dat deze automatisch offline gaat nadat een bepaalde tijd online is geweest. [Automatisch offline]

Scannen met WSD

Nadat u een origineel op het apparaat hebt geplaatst, scant u met een WSD-ondersteunde toepassing.
In deze sectie wordt de procedure  Windows Faxen en Scannen als voorbeeld beschreven. Raadpleeg de handleiding van de toepassing die u gebruikt, voor het gebruik van meer gedetailleerde bewerkingen.
Vereiste voorbereidingen
Stel de machine in om scannen met WSD in te schakelen. LPD, RAW en WSD gebruiken
Registreer de machine op een computer. De machine op een computer registreren als WSD-scanner
BELANGRIJK
In de volgende gevallen kunt u WSD niet gebruiken om te scannen:
Als ACCESS MANAGEMENT SYSTEM is ingeschakeld ACCESS MANAGEMENT SYSTEM gebruiken
Bij gebruik van Afdelings-ID-verificatie voor de aanmeldingsservice van gebruikersauthenticatie De aanmeldingsservice voor gebruikersauthenticatie wijzigen
U kunt met WSD originelen scannen tot A4- of LTR-formaat. Het scannen gebeurt op A4- of LTR-formaat, zelfs als er een origineel wordt geplaatst dat groter is dan A4- of LTR-formaat.
1
Plaats het origineel op het apparaat. Originelen plaatsen
2
Druk op het bedieningspaneel op [WSD-scan] in het scherm [Home]. Scherm [Home]
Het scherm [WSD-scan] wordt weergegeven.
3
Druk op [Scan op afstand toestaan].
Scannen kan vanaf een computer met WSD.
4
Klik op een computer op [] (Start) [Instellingen] [Systeem] [Optionele functies] [Functies bekijken] voor [Optionele functie toevoegen].
5
Schakel het selectievakje [Windows Faxen en Scannen] in en klik op [##].
6
Klik op [Toevoegen].
7
Klik op een computer op [] (Start) [Alle apps] [Windows Tools] dubbelklik op [Windows Faxen en Scannen].
Het scherm [Windows Faxen en Scannen] wordt weergegeven.
8
Klik op [Nieuwe scan].
Het scherm [Nieuwe scan] wordt weergegeven.
Als het scherm [Apparaat selecteren] wordt weergegeven, selecteert u de machine en klikt u op [OK].
9
In [Bron] selecteert u de locatie waar u het origineel hebt geplaatst.
Als het origineel op de glasplaat is geplaatst, selecteert u [Flatbed].
Als het origineel in de invoer is geplaatst, selecteert u [Papierinvoer (enkelzijdig scannen)].
10
Configureer indien nodig andere scaninstellingen.
Selecteer bij het aanpassen van de beeldkwaliteit het type origineel uit [Profiel].
Als u een origineel met grote hoeveelheden tekst scant, selecteert u [Document].
Selecteer bij het scannen van een foto [Foto (Standaard)].
Selecteer het gescande gegevensbestandsformaat met [Bestandstype].
Om een voorbeeld van de gescande gegevens te zien, klikt u op [Voorbeeld].
11
Klik op [Zoeken].
Het scannen van het origineel start.
Als het scannen is voltooid, worden de gescande gegevens opgeslagen in de map [Gescande documenten] in [Documenten] en weergegeven in de bestandenlijst op het scherm [Windows Faxen en Scannen].
N.B.
Veelgebruikte instellingen opslaan
Met behulp van de volgende procedure kunt u veelgebruikte scaninstellingen registreren als profielen en deze instellingen dan bij het scannen naar behoefte oproepen.
Selecteer in het scherm [Nieuwe scan] [Profiel toevoegen] in [Profiel] stel de te registreren gegevens in voer een naam in [Profielnaam] klik op [Profiel opslaan].
Alleen scannen met de machine
U kunt ook gescande gegevens opslaan op een WSD-ondersteunde computer die is aangesloten op de machine door de onderstaande procedure te volgen.
Druk op het bedieningspaneel op [WSD-scan] in het scherm [Home] selecteer de computer die u wilt gebruiken als opslaglocatie in de lijst*1 druk op [Start].
Wanneer het scannen is voltooid, worden het scherm [Windows Faxen en Scannen] en de map geopend op de computer die is gebruikt als opslaglocatie en worden de gescande gegevens weergegeven.
*1Er kunnen maximaal 40 computers in de lijst worden weergegeven.
AR44-07W