Internetfax (I-Fax) gebruiken
Internetfax (I-fax) is een functie waarmee u faxen via internet kunt verzenden en ontvangen.
Doordat faxen worden verzonden zonder gebruik te maken van een telefoonlijn, kunt u uw communicatiekosten verlagen. Wanneer u een I-fax ontvangt, worden de ontvangen gegevens automatisch afgedrukt.
De machines voor het verzenden en ontvangen van I-faxen moeten I-faxtechnologie ondersteunen.
N.B.
Normen voor I-Fax worden gedefinieerd door ITU-T (International Telecommunication Union - Telecommunication Standardization Sector). U kunt I-Faxen verzenden naar en ontvangen van de machine van een andere fabrikant, zolang die machine compatibel is met ITU-T.
De imageFORCE-serie voldoet aan aanbeveling T.37 (procedures voor de verzending van faxgegevens via opslaan-en-doorsturen op het internet).
I-Faxen verzenden
U kunt een origineel scannen en de gescande gegevens via I-Fax verzenden.
Gescande gegevens worden per e-mail verzonden als een bijgevoegd TIFF-bestand. Net als wanneer u een gewone e-mail verstuurt, kunt u een onderwerp en bericht toevoegen en meerdere bestemmingen opgeven.
1
Plaats het origineel.
Originelen plaatsen
Als het scherm voor het selecteren van de dikte van het origineel verschijnt, selecteert u de dikte van het geplaatste origineel.
2
Druk op het bedieningspaneel op [Scannen en verzenden] in het scherm [Home].
Scherm [Home]
Het scanscherm verschijnt.
3
4
Configureer de scaninstellingen.
Scaninstellingen
Wanneer "Favoriete instellingen" zijn geregistreerd, kunt u deze oproepen door op [Favorieteninstellingen] te drukken.
Favoriete instellingen registreren en oproepen
Bij het oproepen van eerdere instellingen (Geschiedenis instellen)

U kunt op [Vorige instellingen] drukken om de instellingen op te roepen die in het verleden werden gebruikt voor het verzenden van faxen. De verzendbestemming wordt ook toegepast samen met de instellingen die worden opgeroepen.
Wanneer u de instellingsgeschiedenis oproept, worden de opgegeven bestemmings- en scaninstellingen overschreven.
*U kunt de instellingsgeschiedenis niet gebruiken wanneer bestemmingen worden beheerd met toegangsnummers.
Bestemmingen verbergen (Toegangsnummerbeheer)
Op het scherm [Vorige instellingen] selecteert u de geschiedenis die u wilt oproepen en drukt u op [OK].
U kunt de opgeroepen bestemming en scaninstellingen wijzigen voordat u gaat verzenden.
Elke aangemelde gebruiker kan kiezen uit de eigen instellingsgeschiedenis.
Gastgebruikers of gebruikers die niet zijn aangemeld, kunnen een selectie maken uit de instellingsgeschiedenis voor niet-geautoriseerde gebruikers.
5
Druk op [

Start].
De machine begint met het scannen van het origineel.
Wanneer [Druk op [Start] om volgende origineel te scannen.] wordt weergegeven

Wanneer u een origineel op de glasplaat legt en scant of wanneer u scant met opdrachtsamenstelling, verschijnt het scherm om nog meer originelen te scannen.
1
Als u nog meer originelen wilt scannen, plaatst u het volgende origineel en drukt op [

Start].
Het volgende origineel wordt gescand en hetzelfde scherm wordt weergegeven.
Herhaal dit proces totdat het scannen van alle originelen is voltooid.
Als u originelen in de invoer plaatst om te scannen, verwijdert u het gescande origineel (het origineel wordt naar het opvangblad voor originelen uitgevoerd) voordat u het volgende origineel plaatst.
De instellingen voor het scannen wijzigen voor elk origineel
Druk op het scherm met het weergegeven bericht op [Wijzig instellingen]. U kunt de volgende instellingen wijzigen:
[Selecteer kleur]
[Scanformaat]
[Zoompercentage]
[2-zijdig origineel]
[Densiteit]
[Type origineel]
Als u bijvoorbeeld een 2-zijdig origineel scant nadat u een 1-zijdig origineel hebt gescand, drukt u op [Wijzig instellingen] en stelt u [2-zijdig origineel] in.
2
Druk op [Start verzenden].
De gescande gegevens worden verzonden.
Wanneer het scherm voor het invoeren en bevestigen van de gebruikersnaam en het wachtwoord wordt weergegeven
Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in en bevestig deze terwijl u de instructies op het scherm volgt.
Wanneer [Naar Status monitor] wordt weergegeven

N.B.
Wanneer meerdere originelen worden ingevoerd tijdens het scannen en bewerkingen worden geannuleerd (invoer van meerdere vellen detecteren)
Er verschijnt een bericht op het scherm. Verwijder het vastgelopen origineel terwijl u de instructies in het bericht volgt.
Vastgelopen papier en nietjesWanneer het vastgelopen origineel is verwijderd, wordt het scherm voor het hervatten van de bewerkingen weergegeven.
Als de invoer van meerdere vellen onjuist is gedetecteerd, drukt u op [Aanvoer meerdere vellen niet detecteren] om het scannen te hervatten.
Configureer een van de volgende instellingen om detectie van invoer van meerdere vellen te voorkomen:
Druk op het scanscherm op [Opties]

[Aanvoer meerd. vellen detect.] telkens wanneer u scant, om de detectie van het invoeren van meerdere bladen te annuleren.
* Afhankelijk van het model is mogelijk de optionele detectiekit voor dubbele invoer vereist om de functie voor detectie van invoer van meerdere vellen te gebruiken.
/b_in_area_europe_L.gif)
/b_in_area_asia_L.gif)
Inhoud weergeven vóór het verzenden
De kwaliteit van de verzonden afbeelding verbeteren
Als de verzonden afbeeldingen te donker zijn of de lichte kleuren op de achtergrond van de originelen niet kunnen worden verwijderd, kunt u de kwaliteit mogelijk verbeteren door de volgende instellingen te configureren voordat u de afbeelding verzendt:
Stel de resolutie in op [200x400 dpi], [300x300 dpi], [400x400 dpi] of [600x600 dpi].
Resolutie instellen
* Als in het menu [Instellingen/Registratie] [Fax-/I-faxverzendopdrachten] in [Prioriteit Snelheid/Beeldkwaliteit Z-W-scan] is ingesteld op [Snelheidprioriteit], wijzigt u de instelling naar [Kwaliteitprioriteit].
[Prioriteit Snelheid/Beeldkwaliteit Z-W-scan] ([Kwaliteitprioriteit] is standaard ingesteld.)
I-faxen ontvangen
De machine ontvangt automatisch I-Faxen van de geconfigureerde e-mailserver, zodat u geen handelingen hoeft uit te voeren om ze te ontvangen.
Wanneer een I-Fax wordt ontvangen, knippert het Verwerken/gegevens-lampje op het bedieningspaneel groen en drukt de machine de I-Fax automatisch af op hetzelfde papierformaat als de ontvangen gegevens. Als niet hetzelfde papierformaat is geladen, wordt de ontvangen I-Fax afgedrukt op een ander papierformaat.
U kunt ook de afdrukinstellingen wijzigen, zoals dubbelzijdig afdrukken en de regels voor het afdrukken op een ander papierformaat.
De afdrukinstellingen van ontvangen faxen wijzigen
Handmatig I-Faxen ontvangen
Als u verbinding wilt maken met de server voordat u automatisch I-Faxen ontvangt, of als de machine is ingesteld om I-Faxen niet automatisch te ontvangen, kunt u I-Faxen handmatig ontvangen.
1
Druk op het bedieningspaneel op [

Statusmonitor] in het scherm [Home] of ander scherm.
Scherm [Home]
Het scherm [Statusmonitor] wordt weergegeven.
2
Druk op [Ontvangen]

[Opdrachtlog].
3
Druk op [Contr. I-fax RX].
De machine maakt verbinding met de server. Wanneer u een I-Fax ontvangt, wordt het afdrukken automatisch gestart.
Als [Contr. I-fax RX] niet wordt weergegeven, selecteert u [Ontvangen] in het vervolgkeuzemenu rechtsboven in het scherm.
N.B.
Wanneer een I-Fax niet wordt ontvangen of afgedrukt
Ontvangen faxen met verdeelde gegevens controleren
U kunt de status controleren van ontvangen I-Faxen die in meerdere onderdelen werden gesplitst toen ze werden verzonden.
Druk op [Fax/I-Fax postbus] op het scherm [Home]

[Geheugen RX postbus]

[Verdeelde geg. RX postbus]
U kunt een I-Fax selecteren en op [Lijst met verd. geg.] drukken om de lijst met verdeelde gegevens voor de I-Fax te controleren.
Om I-Fax gegevens (de gedeelde gegevens voor een I-Fax) te verwijderen, selecteert u een I-Fax en drukt u op [Verwijderen]

[Ja].
Wanneer [Afdrukken na verwijderen] is ingesteld, drukt de machine de verdeelde gegevens af wanneer u deze wist.
Voor gevallen waarin de verdeelde I-Fax-gegevens slechts gedeeltelijk worden ontvangen, kunt u de wachttijd instellen totdat de ontvangst van de resterende verdeelde gegevens wordt geannuleerd.
[Verdeelde gegevens RX timeout]