N.B.
|
U kunt e-mails en I-faxen op een veilige manier verzenden/ontvangen aan de hand van communicatie met TLS-versleuteling. (Setting up the Machine for Your Network Environment)
|
BELANGRIJK
|
Om gescande documenten op te slaan in een USB-geheugenmedia-apparaat, stelt u Gebruik scan in geheugenmedia in de Geheugenmedia-instellingen in op 'Aan'. (Setting the Send Function)
|
BELANGRIJK
|
Om documenten te verzenden via e-mail en I-fax, of naar een bestandsserver of USB-geheugenapparaat met de imageRUNNER 2525/2520, dient de verzendfunctie te worden geactiveerd met de optionele Color Send Kit-Y1.
Het verzenden van documenten via fax is alleen mogelijk wanneer de optionele Super G3 Faxkaart-AG1 op de machine is aangesloten.
Wanneer de optionele Super G3 Fax Board-AG1 is aangesloten op de machine, moet u de Auto uitschakeltijd uitschakelen. (Basisinstellingen van de machine configureren)
|
|
|
|
N.B.
|
[Geheugenmedia] wordt alleen weergegeven als Gebruik scan naar geheugenmedia in de geheugenmedia-instellingen is ingesteld op 'Aan'. (Setting the Send Function)
|
→ Opgeven van de scaninstellingen
Druk hierop om de scaninstellingen te configureren voor het document dat u verzendt. U kunt het type document instellen (kleur of zwart/wit, documentformaat, dubbelzijdig origineel en originelen met verschillende formaten), resolutie, densiteit en beeldkwaliteit. |
|
|
|
→ Aangeven van bestandsindeling
Druk hierop om de bestandsindeling van het te verzenden document te selecteren (<Z-W>: TIFF, PDF en PDF (OCR)*; <Kleur>: JPEG, PDF, PDF (Compact), PDF (OCR)* en PDF (Compact+OCR)*). Dit biedt u de vrijheid om documenten te verzenden op een manier die aansluit bij het doel van het document en op een manier die de voorkeur heeft van de ontvanger van het document. * Alleen beschikbaar wanneer de optionele OCR-functie is geactiveerd.
|
|
|
|
→ Basismethoden voor verzenden
Druk hierop om de verzendinstellingen op te geven. U kunt diverse instellingen aangeven, zoals een tijdstip instellen waarop u een document wilt verzenden of een onderwerp invoeren voor een e-mail of een I-fax. |
|
|
|
Druk hierop om de in de lijst met bestemmingen geselecteerde bestemmingsinformatie te controleren of te wijzigen.
|
|
|
|
→ Basismethoden voor verzenden
Druk hierop om de in de bestemmingenlijst getoonde bestemming te verwijderen. |
|
|
|
Druk op deze toets om eerder ingestelde verzendopdrachten op te roepen, waaronder de bestemmingen, scaninstellingen en verzendinstellingen.
|
|
|
|
→ Gebruik van het adresboek
Druk hierop om een bestemming te selecteren uit het adresboek, of een bestemming te zoeken die in het adresboek is opgeslagen. |
|
|
|
Druk hierop om adressen te zoeken die zijn opgeslagen op LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) servers in het netwerk en ze te gebruiken als ontvangers van verzendopdrachten.
|
|
|
|
→ Gebruik van de favorietenknoppen
Druk hierop om de bestemmingen en instellingen die zijn opgeslagen onder een favorietenknop, op te roepen. |
|
|
|
Druk hierop om de bestemmingen die zijn opgeslagen onder een snelkiestoets op te roepen.
|
|
|
|
→ Basismethoden voor verzenden
Druk hierop om een bestemming op te geven die niet in het adresboek is opgeslagen. Als Geautoriseerd verzenden is geactiveerd, kunt u eenvoudig uw e-mailadres en computermap als bestemming aangeven. (Documenten naar uw e-mailadres verzenden met gebruik van Geautoriseerd verzenden, Documenten naar uw map verzenden met gebruik van Geautoriseerd verzenden) |
|
|
|
→ Controleren/Wijzigen van de status van documenten in het geheugen
Druk hierop om de status of de details van een verzend- of ontvangstopdracht te controleren, of om een opdracht te annuleren. |
|
|